• Welkom op 'planet Rolex' en haar bewoners

Archive for september, 2013

De Mini-Generator van Kinetron
by admin

Wanneer je de uurwerk-industrie in Nederland door de eeuwen heen kritisch bekijkt, kom je tot de conclusie dat er in dit land maar twee uitvindingen zijn gedaan die ver buiten onze grenzen opzien baarden: het slingeruurwerk van Christiaan Huygens en de mini-generator voor het automatisch kwartsuurwerk van Kinetron.

PD_JdE Samara artikel

Afb.: 1988 Jean d’Eve Samara

In 1656 construeerde Christiaan Huygens, na uitvoerige theoretische studies, het eerste slingeruurwerk. Deze revolutionaire uitvinding leidde tot een aanzienlijke verbetering van de tijdmeting, en wordt nu, ruim driehonderd jaar later, nog steeds op grote schaal toegepast. In de eeuwen daarna hebben duizenden uurwerkmakers de prachtigste klokken en horloges gebouwd, die stuk voor stuk een geweldig vakmanschap uitstralen, een genot zijn voor het oog en gewilde verzamelobjecten. Echter, een fundamentele stap in de ontwikkeling van het uurwerk werd in die tijd in Nederland niet gezet.

Samara

In 1988 kwam zowel in ons land als in Japan het automatisch kwartshorloge op de markt. In Japan had Seiko de Kinetic ontwikkeld en in Nederland had Kinetron in Tilburg een deel van het uurwerk geproduceerd voor het horloge ‘Samara’ van de Zwitserse firma Jean d’Eve. De Samara werd in april 1988 aan de pers gepresenteerd en lag in augustus in de winkels. Het is het verhaal van een bijzonder uurwerk van Nederlandse makelij.

PD_JdE samara gereedschap

Afb.: Jean d’Eve Samara

Chronometers

Vanaf 1858 was het Observatorium in Neuchatel de plek in de wereld waar de nauwkeurigheid van marinechronometers en van zak- en polshorloges werd getest. In uitgebreide proeven werd bekeken of een chronometercertificaat uitgereikt kon worden. Zo’n kwalificatie verhoogde de waarde van de klok of van het horloge aanzienlijk. Elk jaar werd een international concours gehouden om, in verschillende categorieën te bepalen wie het nauwkeurigste uurwerk had gefabriceerd. Het is duidelijk dat het overgrote deel van de prijzen door de Zwitsers in de wacht werd gesleept. In de jaren zestig kwam de ontwikkeling van de kwartsuurwerken op gang, die grotendeels buiten Zwitserland plaatsvond. Elektronica firma’s in Japan en de VS brachten horloges op de markt, die een nauwkeurigheid bereikten waar geen enkel mechanisch horloge aan kon tippen. Het gevolg was dat de Zwitsers schielijk stopten met hun wedstrijden. Ze hadden geen zin om alle prijzen aan buitenlandse elektronica firma’s toe te kennen.

Chemisch afval

De ontwikkeling van deze kwartshorloges bleek niet te stuiten. Nu worden ongeveer 1 miljard polshorloges per jaar geproduceerd, waarvan 95% op batterijen werkt. De berg chemisch afval die deze batterijen oplevert, wordt een steeds groter probleem. Aan de oplossing hiervan wordt in Nederland door Kinetron volop gewerkt. De firma Kinetron werd in 1984 opgericht door Mathieu en Bart Knapen die oorspronkelijk een horloge-reparatie atelier in Tilburg hadden. De eer van deze uitvinding komt in de juiste volgorde toe aan Mathieu Knapen van Kinetron, Paul Goemans van de TU Eindhoven en Wytse Hofman, een gepensioneerd magnetenspecialist van Philips. Mathieu kwam met het idee en droeg veel bij aan technische realisatie, Paul en Wytse waren de theoretici op de achtergrond. Zij ontwikkelden de eerste versie van de generator voor het automatisch kwartshorloge. De nauwkeurigheid van het kwartsuurwerk wordt hier gecombineerd met het principe van het automatische horloge. De rotatie-energie van een excentrische massa wordt omgezet in elektrische energie. Het hart van dit horloge, de generator, is puur Nederlands. Deze kleine fietsdynamo heeft een dikte van twee millimeter en een doorsnede van vier millimeter. Een ongehoorde prestatie. De rest van het uurwerk wordt in Zwitserland vervaardigd.

Werking

De excentrische massa roteert ten gevolge van de bewegingen van de pols. Hierdoor wordt het torsieveertje stap voor stap gespannen. Wanneer het veertje voldoende energie bevat, schiet de magnetische kleefkoppeling los en laat het veertje de permanent magnetische rotor met hoge snelheid in de stator ronddraaien. De rotor en stator vormen samen de twaalfpolige micro-generator. Het snelheidsverloop van de rotor is constant en onafhankelijk van de onregelmatige bewegingen van de pols. Zelfs kleine bewegingen worden omgezet in bruikbare energie. De opgewekte inductiestroom wordt door een diode gelijkgericht, laadt een supercondensator op, die op zijn beurt weer de energie levert om het kwartsuurwerk met stappenmotor aan te drijven. In de latere modellen is de diode vervangen door FET-schakeling die voor een actieve gelijkrichting zorgt. Bovendien wordt nu een groter veertje gebruikt, dat in een aparte trommel opgeborgen is. Het automatische kwartshorloge van Seiko, de Kinetic, heeft deze tussenschakel niet. De versnelling wordt daar bereikt door een aantal tandwielen te koppelen. Deze geven echter een aanzienlijk energieverlies. De opgewekte spanning is dan te laag en er is een ingewikkelde elektronische schakeling nodig om de spanning op te voeren. Omdat Seiko geen meerpolige rotor gebruikt, heeft de statorspoel vier maal zo veel wikkelingen nodig. Dit heeft tot gevolg dat deze generator een vijf tot zeven maal groter volume heeft.

Overcapaciteit

Wanneer het horloge dagelijks wordt gedragen, is de stroomproductie veel te hoog. De overtollige stroom wordt dan via een led (light emitting diode) afgevoerd naar aarde. Een led heeft de eigenschap dat hij pas stroom doorlaat boven een bepaalde spanning. De spanning over een condensator wordt groter als de opgeslagen lading groter wordt. Bij een condensatorspanning hoger dan 1,5 V gaat de diode net zolang geleiden totdat de spanning weer tot 1,5 V gedaald is. Dit verschijnsel is waar te nemen wanneer je een dergelijk uurwerk, in opgeladen toestand, in het donker met de hand ronddraait. Dan zie je korte rode lichtflitsjes telkens als de diode een stroomstoot doorlaat. Bij niet voldoende dragen van het horloge kan de condensator leeg raken. Het is dan mogelijk hem weer op te laden door het horloge enige tijd heen en weer te bewegen of door hem op te laden met behulp van de bijgeleverde ‘Energiser’, die een batterij bevat. Bij de nieuwere modellen kan de condensator opgeladen worden door de kroon en daarmee de rotor, enkele malen rond te draaien.

Verdere ontwikkeling

De ontwikkeling heeft niet stil gestaan bij Kinetron. De firma levert nu de mini-generator voor het automatisch kwartsuurwerk aan verschillende Zwitserse bedrijven. Tissot is al op de markt met de Autoquartz, Omega komt binnenkort in de Seamaster-serie met de matic en met Swatch wordt nog overleg gevoerd. Het platste uurwerk dat nu in productie is, heeft slechts een dikte van 2 mm en kan daardoor in nagenoeg alle polshorloges gemonteerd worden. Een ongehoord knappe prestatie van een Nederlands bedrijf dat aan Zwitserland levert.

tekst Pieter Doensen

september 28th

11:09
Techniek

Voltaire: hoofdrol in de ‘watchmakers’ war’
by admin

Wie denkt aan moeilijke tijden voor de Zwitserse horloge industrie zal zich zeer waarschijnlijk de roerige jaren 80 van de vorige eeuw voor de geest halen. Japanse merken als Casio, Citizen en Seiko overspoelden de horlogemarkt met hun digitale horloges. Deze waren veel accurater dan de mechanische uurwerken uit Zwitserland, hadden allerlei nieuwe functies (bv een rekenmachine) en waren veel goedkoper.
Het is aan de briljante uitvinding van het Swatch horloge te danken dat de Zwitserse horloge industrie toen het hoofd boven water heeft kunnen houden. Na dit diepe dal hebben de mechanische uurwerken gestaag hun weg naar boven weer hervonden en, ondanks de huidige crisis, is de omzet van luxueuze horloges in 2012 met dubbele cijfers gestegen.

Vol:straatnaam

Echter, eind 18e eeuw heeft zich een ware oorlog, de ‘watchmakers’war’, afgespeeld tussen de horlogemakers in Genève en het horloge imperium van de Franse filosoof Voltaire (1694-1778) op zijn domein in Ferney in Frankrijk.

Vol:portret

De bloeiende horloge industrie in Genève in de 17e en 18e eeuw was gebaseerd op een stevige commerciële organisatie in de stad en daarnaast de ‘marchands etablisseurs’ die rondreisden om onderdelen te kopen en horloges in elkaar te zetten.
Op papier zag dit er prachtig uit maar in de praktijk was er sprake van vele misstanden, sociaal, economisch, politiek, en dit zorgde ervoor dat nogal wat horlogemakers emigreerden naar meer gastvrije oorden. Dit alles was het gevolg van de strikte regels van de ‘Corporation des horlogers genevois’ die het alleenrecht hadden voor de werkgelegenheid.
Uiteindelijk schoot de Geneefse horloge industrie zichzelf hiermee in de voet. Getalenteerde horlogemakers vertrokken naar andere steden en landen en begonnen van hieruit hun invloed uit te oefenen. Ze vestigden zich langs het Meer van Genève, in de valleien van de Jura, Vaud en Neuchatel en de Erguel regio van het Kanton Bern. Een nog grotere dreiging voor Genève waren de concurrerende centra voor de horlogeproductie in Moskou, Montbeliard en Pforzheim.

Voltaire was naar Genève gekomen in de voetsporen van de bekende Dr. Theodore Tronchin (1709-1781) en woonde van 1755 tot 1760 in de stad in zijn huis ‘Les Delices’. Voltaire bouwde een goede band op met de ‘cabinotiers’, de onafhankelijke horlogemakers die, net als hij, erg geïnteresseerd waren in de zaken die speelden en het debatteren hierover.
Voltaire nam actief deel aan het conflict dat in Genève speelde tussen de burgers en de ‘natifs’, een benadeelde groep mensen die van origine echte Geneefse inwoners waren. Voltaire moedigde hen aan om in opstand te komen en ontving ook hun leiders. Als gevolg hiervan bekoelde de relatie tussen Voltaire en Genève en in 1758 kocht Voltaire een landgoed in Ferney (F). Toen hij daar eenmaal volledig naar toe verhuisd was bood hij onderdak aan de Geneefse ‘natifs’ en legde hij boom- en wijngaarden aan op het braak liggende land. Voltaire ontwikkelde zich steeds meer als een industrieel met investeringen in een leerlooierij, een tegeloven, een pottenbakkerij en fabrieken die zijden kousen, kant en keramiek produceerden.

Vol:chateau1
Vol:landgoed
Vol:bijeenkomst '72-'73

Afb.: het landgoed van Voltaire in Ferney in de 18e eeuw

In 1766 weigerde de Republiek Genève een door Frankrijk en de grote Zwitserse Kantons voorgestelde mediatie voor al haar interne conflicten. De Franse minister Choiseul zette toen zijn economische oorlog tegen de Republiek, aan het hof van Versailles bekend als de ‘watchmakers’ war’, voort tot 1769.
Gedurende het jaar 1770 gaf een verordening in Genève de ‘natifs’ twee keuzes: of een eed van loyaliteit afleggen en blijven in de stad of vertrekken. Daarnaast zette de stad oproerkraaiers er zonder pardon uit. Onder hen waren de horlogemakers Edouard Luya, Louis Philippe Pouzait, Pierre Rival en Guillaume Henri Valentin.
Choiseul had getracht om in Versoix een nieuwe horlogefabriek op te starten maar in december 1770 was hij definitief uit de gratie gevallen en de aanzienlijke aantallen horlogemakers die niet waren teruggekeerd naar Genève gingen hun heil zoeken bij Voltaire in Ferney.
Door deze ontwikkelingen was voor Voltaire de aanval geopend op de ‘Fabrique’ en de exodus van protestantse horlogemakers naar het katholieke Gex district werd door hem dan ook welkom ontvangen.
Ferney-Voltaire ontwikkelde zich snel van een paar huizen naar 20 erbij en uiteindelijk ongeveer 100. De ‘cabinotiers’ gingen aan de slag in een oude schuur waarin werkbanken waren geplaatst en de fabriek stond onder leiding van de horlogemakers Pierre Dufour en Louis Ceret.

De hoogtijdagen van de Ferney “royal” (deze titel heeft ze nooit officieel gekregen) horlogefabriek waren in de periode van 1770 tot 1778. Uit verschillende brieven blijkt dat tussen ’70 en ’76 het aantal werkenden gegroeid was van 40 naar 1.200.
De eerste horloges waren klaar in april 1770 en op de negende van deze maand schreef Voltaire aan Fr. de Caire dat “ze nog maar net bezig reeds voldoende horloges hadden om in een kleine kist naar Spanje te sturen. Dit is het begin van een zeer grote onderneming”. Er werden horloges gestuurd naar de Hertog en Hertogin van Choiseul, de beschermheren van Voltaire, en naar de Koning. In ’70, ’71 en ’73 werden er ook horloges aangeboden aan het hof van Versailles voor koninklijke huwelijken maar de meeste van deze zendingen werden niet betaald.

De horlogemakers werkten eveneens in vijf andere fabrieken, onder leiding van partnerschappen: Pierre Dufour en zijn zwager Louis Céret, Louis Servant en Antoine Boursault, Guillaume Henri Valentin en Antoine Dalleizette, Panrier en Mauzié, en Georges Auzière en zijn broer, voor horlogekasten. Hoewel geen van de horloges de signatuur van Voltaire droeg, hadden ze allemaal de naam Fernex, Ferney, Fernaix of Ferney Voltaire in Europa.

Vol:watch GA
Vol:watch GA1

Afb.: een horloge gemaakt door Georges Auziere (1713-1799) in de 80er jaren van de 18e eeuw; het had een Ferney Voltaire uurwerk gesigneerd Mestral

Voltaire bood de horlogemakers rentevrije leningen aan en voorzag ze van grondstoffen, met name goud. Op deze wijze functioneerde hij als ‘etablisseur’ volgens het Geneefse model en investeerde zijn grote fortuin in de onderneming. Belangrijk onderdeel van zijn strijd tegen de ‘Fabrique’ was dat hij met de Franse Post overeengekomen was dat de verzendingen van Ferney horloges gratis waren.

Een voorbeeld van de marketing inspanningen van Voltaire is de volgende brief van 20 december 1771 gericht aan de Graaf van Aranda, een Spaanse minister: “Should you wish to adorn the finger of a distinguished Spanish lady with a ring watch showing the seconds and repeating the quarters and half hours on a carillon, all decorated with diamonds, such a watch is only made in my village, and we are at your disposal. It is not vanity that makes me say this, since it was pure chance that brought me the only artist [waarschijnlijk horlogemaker Jean François Auzière de jongere] who makes these little marvels – marvels that are not likely to disappoint you”.

De beroemde horlogemaker Jean-Antoine Lepine heeft tot 1774 voor Voltaire gewerkt en daarna is hij naar Parijs gegaan om op de Place Dauphine zijn eigen winkel te openen. Het Lepine kaliber, rond 1775 ontwikkeld, werd in Ferney gebruikt.

Het grootste probleem voor de onderneming van Voltaire waren de verkopen. In Spanje en Turkije had Genève nog steeds een stevige positie. Hij benaderde Catherina II uit Rusland om hem te helpen de Chinese markt te veroveren en de Tsarina werd Voltaire’s beste klant.
Voltaire maakte maximaal gebruik van zijn netwerk en zo schreef hij de volgende circulaire naar de Franse ambassadeurs (5-6-’70):
“Sir, I have the honour of informing Your Excellency that Geneva’s burghers having unfortunately assassinated some of their fellow countrymen, several families of good watchmakers have taken refuge on a small estate I own in the Gex region, his Grace the Duke of Choiseul having placed them under the King’s protection. I have had the good fortune to enable them to practice their talents. These are Geneva’s best artists. They do work of all kinds and at a more moderate price than any other factory. They can very quickly do any enamel portrait for a watch case…”.

Voltaire prees zijn horloges aan als zijnde minstens zo goed als deze uit Londen, Parijs of Genève en bovendien kostten zijn horloges 1/3 van deze uit Parijs. Maar de klanten van Voltaire waren slechte betalers.
De catalogus bevatte een groot aantal types horloges dat te koop was: goud (18k vergeleken met 20k in Parijs), geëmailleerde horloges, edelstenen, uurwerken met een secondewijzer, cilinder echappementen, zilver (minder karaat dan de concurrentie) en decoraties met imitatie stenen en Marcasiet. De geëmailleerde stukken focusten op landschappen en portretten.
De kwaliteit van de uurwerken varieerden. Uit een anonieme brief uit 1773 bleek dat de werkplaatsen in Ferney ongeveer 4.000 horloges per jaar produceerden (ongeveer 400 horlogemakers). Genève’s ‘Fabrique’ daarentegen maakte met 5.000 horlogemakers 33.000 horloges per jaar.

In 1775 kreeg de horloge imperium in Ferney het lastig door moeizame onderhandelingen over het verkrijgen van grondstoffen en allerlei belastingzaken. In 1776 vond er een leegloop van horlogemakers plaats omdat de omstandigheden in Genève sterk verbeterd waren. Tegelijkertijd verloor Voltaire zijn interesse in de horlogehandel. In februari 1778 verhuisde hij met hoge verwachtingen naar Parijs maar in mei van dit jaar kwam hij te overlijden.
Na zijn overlijden zijn er nog wel pogingen geweest om Ferney weer in zijn oude glorie te herstellen. Historisch interessant is dat de wereldberoemde horlogemaker Abraham Louis Breguet in 1793 gevraagd werd om de fabriek weer uit het slop te trekken. Echt gelukt is dit echter nooit meer.

Vol:220px-Voltaire_statue,_Ferney
Vol:270px-Ferney-Voltaire_3790
Vol:chateau nuVol:kaart

Afb.: het huidige Ferney-Voltaire

Jaap Bakker

september 24th

18:50
Personen

Rolex Prince: het dokter’s horloge
by admin

RoPr:adv1

In 1928 introduceerde Rolex de Prince die al snel het dokter’s horloge werd genoemd. Dit omdat de Prince een grote, separate wijzerplaat voor de secondewijzer had zodat de arts met gemak de polsslag van de patiënt kon vaststellen.

RoPr:5 versies

Net zoals de bubblebacks uit die tijd was de Rolex Prince beschikbaar in meerdere versies, staal, goud (9k, 14k, 18k), zilver, goud en zilver, ‘tiger’ banden etc.
In de 30er jaren is de prijs van een Prince vergelijkbaar met deze van een auto. Dat Rolex uitblonk in het hebben van van een krachtig merk blijkt uit het volgende gegeven.
Het Gruen dokter’s horloge en de Rolex Prince hadden beide hetzelfde uurwerk. Het eerste horloge werd gemaakt voor de Amerikaanse markt en de Rolex voor de rest van de wereld. Ze werden niet verkocht als concurrenten. Echter, de prijs van de Gruen bedroeg slechts 30% van die van de Rolex.

De Rolex Prince wordt in de horlogegeschiedenis beschouwt als een van de meest baanbrekende horloges. Na de introductie in 1928 zette hij direct een nieuwe standaard op het gebied van accuraatheid en gebruiksvriendelijkheid voor luxueuze horloges. De Prince had een stijlvolle rechthoekige kast met twee makkelijk af te lezen wijzerplaten. Uren en minuten werden afgelezen op de grotere, bovenste wijzerplaat, de seconden op de kleinere, onderste.

Bij de introductie was de Prince te koop in twee kaststijlen, de een meer rechthoekig (Classic) en de ander was een veel ronder ontwerp (Brancard). De gebruikte materialen voor de Prince waren geelgoud, sterling zilver, platina en tweetonige combinaties (staal werd later beschikbaar). De Brancard werd aangeduid als model 971 en de Classic als model 1343.
Reeds snel na het verschijnen van de Prince werd het manuele uurwerk vervangen door een automatische versie.

RoPr:1930-Rolex-Ad Kerstmis
RoPr:1938-French-Roled-Ad
RoPr:rolex prince brancard werbung houten lijst

In 1935 werd de ‘Railway Prince’ op de markt gebracht. Het model was vormgegeven naar de vormen van een locomotief en werd aangeduid als model 1527.
Het volgende model, de ‘Jumping Hours’, dat werd uitgebracht was echt vernieuwend in zijn ontwerp. Op de bovenste wijzerplaat bevond zich nu alleen de minuten wijzer en de uren werden weergegeven met cijfers (1-12) door een opening in de wijzerplaat op de ’12’ positie. Uiteindelijk heeft deze versie gediend als inspiratie voor de Rolex Datejust die jaren later verscheen.
Een van de laatste modellen uit de Rolex Prince serie was de ‘Super Precision Aerodynamic’. Dit horloge had een grote wijzerplaat met daarop de uren, minuten en seconden wijzers. Ergens gedurende de jaren 40 kwam er een einde aan de productie van de Rolex Prince en werd deze vervangen door meer ronde en sportievere modellen.

Tijdens zijn bestaan zijn er meerdere ‘special editions’ van de Rolex Prince uitgebracht.
Zo was er de ‘Sporting Prince’, een zakhorloge dat ontworpen was om gebruikt te worden bij atletische activiteiten. Het uurwerk bevond zich in een kast die een veer mechanisme activeerde waarbij de wijzerplaat zichtbaar werd voor de drager door uit de kast te klappen.
De ‘Quarter Century Club’ was een Prince die op speciale bestelling was gemaakt voor een groot Canadees warenhuis. Zij gaven deze Prince aan medewerkers die meer dan 25 jaar bij hen gewerkt hadden, vandaar de naam. Deze horloges hadden de woorden ‘1/4 Century Club’ staan op de rand van de uren en minuten wijzerplaat in plaats van de normale cijfers.

RoPr:qcc:wp
RoPr:qcc:achterkant

Afb.: 1945 ‘Quarter Century Club’

RoPr:1929 wit:geel goud

Afb.: 1929 wit/geel goud

RoPr:asymmetrisch 1930

Afb.: 1930 asymmetrisch

RoPr:jumping hour 1930s
RoPr:jumping hour gold
RoPr:jumping hour kaliber+kast
RoPr:jumping hour steel
RoPr:jumping hour steel+gold

Afb.: verschillende versies van de ‘Jumping Hour’

RoPr:aerodynamic 1940s kaliber

Afb.: aerodynamic 1940s kaliber

RoPr:goud 1936

Afb.: 1936 goud

RoPr:steel 1930

Afb.: 1930 staal

RoPr:Rolex-Prince-pocketwatch-at-Fourtane

Afb.: Prince zakhorloge

Uiteindelijk heeft Rolex de Prince wel weer in haar assortiment opgenomen en is hij in 2013 te verkrijgen (Rolex Prince).

Jaap Bakker

september 20th

16:23
Modellen