• Welkom op 'planet Rolex' en haar bewoners

Archive for Techniek

De Rolex Daytona en het Zenith El Primero kaliber 400
by admin

DayZe:kal4030(1)

Na een lange tijd vertrouwd te hebben op het handopwindbare Valjoux 72, en een aantal varianten hierop, uurwerk (zie artikel:’Valjoux 72: de start van de Daytona’) besloot Rolex in 1987 om gebruik te gaan maken van een Zenith uurwerk om de Daytona aan te drijven. Het El Primero kaliber 400 was in 1969 voor het eerst door Zenith op de markt gebracht en, na een onderbreking van een aantal jaren, vanaf 1986 weer beschikbaar. Het meest opvallende kenmerk van het Zenith kaliber 400 was dat het een tikgetal had van 36.000 bph, waar tot dan toe 18.000, 21.600 en 28.800 bph gangbaar waren. Het hogere tikgetal zorgde voor een grotere nauwkeurigheid van het uurwerk.

Het kaliber 400 van Zenith was het enige chronograaf uurwerk met automatische opwinding dat voldeed aan de zeer hoge kwaliteitsstandaard die Rolex hanteerde. Het was echter beslist niet zo dat Zenith de uurwerken leverde en dat Rolex deze dan direct in de kast plaatste.
In ieder geval werden de volgende aanpassingen gedaan door Rolex:

– Een nieuw echappement met een veel grotere, vrij bewegende balans en een balansveer met Breguet overcoil; een door Rolex geprefereerde en duurdere configuratie die leidt tot een hogere accuraatheid
– Het tikgetal van 36.000 werd teruggebracht naar 28.800 bph; dit brengt de frequentie van noodzakelijk onderhoud omlaag
– De datum functie werd uit het uurwerk verwijderd

Al met al werd het uurwerk voor ongeveer 80% door Rolex gemoduleerd voordat het voldeed aan alle eisen. Op deze manier werd het Rolex kaliber 4030 geboren.

DayZe:kal4030

Afb.: kaliber 4030

De Daytona met dit kaliber had als referentienummer 16520. Ref 16520 verschilde van de vorige generatie Daytona’s door het hebben van saffier glas en door een aantal esthetische wijzigingen. Onder invloed van andere sportieve horloges van Rolex uit die tijd, b.v. de Submariner, was de kastdiameter gegroeid van 37 naar 40 mm. De oppervlakte van de wijzerplaten waren nu gelakt en glanzend versus mat (zwart) of metallic (zilver). De wijzerplaat was voorzien van metalen uren indexen die ingelegd waren met lichtgevend materiaal. De sub dials hadden een dunne schaalverdeling van een tegengestelde kleur en waren daaromheen voorzien van een metalen rand.

Rolex heeft de Daytona ref 16520 geproduceerd van 1987 tot 2000. Vanaf 2000 kreeg de Daytona een geheel door Rolex gefabriceerd uurwerk.
Zoals in onderstaand overzicht te zien is kunnen er tussen 1987 en 2000 zes periodes onderscheiden worden waarin de Daytona kleine wijzigingen onderging. De meest opvallende kenmerken van een aantal wijzerplaten uit de hele periode zijn de volgende:

– 1987(laat)-1988: ‘zwevende’ Cosmograph, ‘Cosmograph’ staat los in het midden van de wijzerplaat
– 1989-1990(vroeg): 4 regels, ‘officially certified’ ontbreekt op de wijzerplaat
– 1990(vroeg)-1993(vroeg): ‘omgekeerde’ 6, de ‘6’ op de sub dial bij 6 uur is omgekeerd en lijkt een ‘9’

Het volledige overzicht van de productie van de Daytona ref 16520 tussen 1987 en 2000:

DayZe:chart88-00

DayZe:88:3;4wp
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
DayZe:88:wp(1)

Afb.: 1988

DayZe:89:detail wp

DayZe:89:wp

Afb.: 1989

DayZe:91:wp

Afb.: 1991

DayZe:92:wp

Afb.: 1992

DayZe:95:wp
DayZe:95:horloge+pap

Afb.: 1995

DayZe:99:3;4wp
DayZe:99:wp

Afb.: 1999

Jaap Bakker

juni 22nd

19:03
Kalibers

Modellen

Techniek

Het hart van een horloge: het echappement
by admin

Een belangrijk onderdeel van een mechanisch uurwerk is het echappement

Een echappement is een onderdeel van een mechanisch uurwerk dat de drijfkracht van de energiebron (veer of gewicht) gedoseerd doorgeeft aan het gaande werk.

Bij een uurwerk vervult het echappement een dubbele functie. Het brengt niet alleen de beweging van de slinger of onrust over op het tandrad, maar het houdt ook de slinger of onrust in beweging.

Wanneer we tegenwoordig spreken over het echappement is dit vrijwel zeker het ‘double roller Swiss anchor escapement’. Ontwikkeld en verder verbeterd in de 19e eeuw, bewijst dit echappement een accuraat, betrouwbaar en onverwoestbaar ontwerp te zijn om letterlijk triljoenen beats te doorstaan.

escape_longines2:esc1

Een horloge is een gecompliceerde versie van een zandloper. Het horloge is een stuk praktischer omdat het de tijd kan meten over een langere periode en omdat hij niet rechtop hoeft te staan. In plaats van zand door een kleine opening te laten lopen gebruikt het horloge een stuk veerkrachtig metaal, de hoofdveer, dat wordt opgewonden en de opgeslagen energie weer kan afgeven.

escape_longines3:esc2

Alle horloges, afgezien van allerlei mogelijke complicaties, delen zes componenten die ze in staat stellen om de tijd bij te houden. De opgewonden hoofdveer drijft de veerton (rechtsonder in Fig. 1) aan die weer het centrale tandwiel (#5, Fig. 1) aanstuurt. Het centrale wiel drijft het derde wiel (#4) aan, deze drijft het vierde wiel (#3) aan waarop aandrijving volgt van het wiel van het echappement (#1). Het centrale wiel is zo afgesteld dat hij een keer per uur een omwenteling maakt en de minuten wijzer is vastgemaakt aan het verlengde van zijn draaipen. Het vierde wiel roteert een keer per minuut en de seconden wijzer is vastgemaakt aan het verlengde van zijn draaipen (De uren wijzer wordt aangedreven vanaf de minuten wijzer met 12:1 versnelling achter de wijzerplaat, de ‘motion works’, en roteert een keer per twaalf uur.

escape_longines4:esc3

Als het horloge alleen uit deze vijf componenten zou bestaan (hoofdveer veerton, centrale wiel, derde wiel, vierde wiel en escape wiel) zou de hoofdveer in luttele seconden ‘unwinden’. Het is het zesde component van alle horloges, het echappement bestaande uit het balans wiel en de ‘escape lever’ (en, strikt gesproken, het escape wiel zelf) dat controleert hoe snel de hoofdveer ‘unwinds’.
In Figuur 2 staat een horloge waarvan het balans wiel verwijderd is en waar, bij #8, de onderste draaipen van de balans te zien is. De ‘escape lever’ is te zien bij #2, zijn draaipen bij #3. De kleine vork van de ‘lever’ (#2) staat in contact met het balans wiel dat er voor zorgt dat de ‘lever’ heen en weer beweegt op zijn zekering. Bij #5 en #6 zijn de twee pallet juwelen van de ‘escape lever’ zichtbaar, respectievelijk de ingang en exit pallets.
Op de foto is te zien dat de ‘lever’ counter-clockwise gedraaid is op zijn zekering en dat de ingang pallet (#5) een van de tanden van het escape wiel geblokkeerd heeft (#1). Zoals het hier op de foto staat heeft het escape wiel 15 tanden, dit geldt voor de meerderheid van de escape wielen, en is van het type ‘club foot'(een vlak, voetvormig uiteinde van de tanden).

escapement_pallet_entry_simple

De energie van de hoofdveer loopt door de vijf componenten ‘gear train’ waarvan het laatste component het escape wiel is. Het escape wiel stopt en start met tussenpozen (daarbij laat het de gehele ‘gear train’ starten en stoppen waardoor het de tijd vast kan houden) aangezien eerst een pallet juweel het escape wiel stopt, het weer loslaat en dan stopt de andere pallet jewel het. Het balans wiel (via een jewel, de ‘impulse pin’) beweegt de ‘lever’ en zijn pallets naar en van in gelijkmatige intervallen. Dus is het de balans dat de bewegingen van de ‘lever’ timed en de ‘lever’ start en stopt het balans wiel.

escapement_omega_function

escape_profile_schematic

escape_balance_staff

escape_rollers

Het feit dat de naar en van beweging van de ‘escape lever’ wordt met bereikt met zoveel accuraatheid en regelmaat, ondanks veranderingen in temperatuur, positie van het horloge, inerte krachten veroorzaakt door de bewegingen van de drager en schokken, komt door alle details in het ontwerp, de constructie en de afstelling van het echappement.
De figuren 3, 4 en 5 illustreren de exacte bouw van het mechanisme. Alle draaipinnen zijn weergegeven in geel, de juwelen in rood.
Het 15 tanden, ‘club foot’ escape wiel is te zien bij #5, zijn draaipin bij #6. Deze draaipin wordt aangedreven door het vierde wiel. De ‘lever’ (#7) draagt de pallets en de pallets juwelen aan het ene eind (#9 en #10) en de kleine vork aan het andere eind. De twee hoek vormige projecties op de kleine vork worden ‘horns’ genoemd en het stuk tussen de parallelle zijden van de vork wordt ‘notch’ genoemd.

De balans staf (#1,#2,#3 en #4 en ook fig. 5) bevat drie hoofd componenten. De eerste is het balans wiel zelf (#1), de tweede is de ‘impulse roller’ (#3) en de derde de ‘safety roller (#4).
De ‘impulse roller’ bevat de ‘impulse pin’ (#3A, ook ‘ruby pin’ of ‘balance pin’ genoemd) die aangrijpt op de ‘notch’ van de ‘lever’ en de ‘lever’ van en naar beweegt terwijl het balans wiel oscilleert in iedere richting. De ‘safety roller’ heeft een halvemaan vormige inkeping waar de ‘guard pin’ in valt wanneer de balans is gecentreerd op de ‘lever’. Wanneer de balans weggedraaid is van het centrum (in beide richtingen) is de halvemaan vormige inkeping niet toegankelijk voor de ‘guard pin’; derhalve kan de ‘lever’ dan niet lateraal bewegen en per ongeluk het escape wiel vrijlaten. Met de inkeping weg geroteerd uit het centrum komt de ‘guard pin’ tegen de rand van de ‘safety roller’, daarmee de beweging van de ‘guard pin’ en dus van de ‘lever’ tegengaand. Dit is noodzakelijk ter preventie van ongewenste vrijzetting van de escape tanden terwijl het uurwerk met de hand wordt teruggezet en in geval van schokken tegen het horloge.

escape_banking_pins:fig6\

escape_crescent

Laatste onderdeel van het echappement dat nog besproken dient te worden zijn de ‘banking pins’ (Fig.6). Deze staan aan weerszijde van de ‘lever’ om hem te beperken in zijn uitslaande bewegingen. Op deze manier helpen de ‘banking pins’ te bepalen in welke mate de pallet jewels interactie hebben met de escape tanden.
In plaats van ‘banking pins’ kan ook een ‘solid banking’ (Fig.6) gebruikt worden. ‘Banking pins’ zijn makkelijker bij te stellen, anderen zijn van mening dat ‘solid banking’ stabieler is. Een van de vereisten voor de Geneva Seal (uitgereikt door het Kanton van Geneve voor horloges gemaakt in Geneve en die voldoen aan de standaarden van het Seal) is de ‘solid banking’.

escape_pallet_angles:fig7

escapement_pallet_entry

escapement_pallet_exit

In Fig. 7 is de ware complexiteit van het anker echappement te zien wanneer het zijn werk goed moet doen. De hoeken van de oppervlakten van de tanden van het escape wiel, pallets, pallet jewels en de ‘lever’ moeten heel exact zijn in een excellent horloge. Het aangrijpen en weer loslaten van de pallet jewels moet precies, gemakkelijk en bijna absoluut consistent zijn. Een afwijking van maar .05 mm in de dimensies of uitgelijndheid van een pallet jewel maakt het verschil tussen het juiste aangrijpen van een pallet op een escape tand en het falen in een consistent aangrijpen. In het geval van een pallet die slechts in een per 1000 cycli niet perfect aangrijpt vertaalt zich dit in een afwijking van uren per dag.

De pallet jewels doen veel meer dan het simpel blokkeren en weer loslaten van de tanden van het escape wiel. Bij de loslating stuwt de pallet het balans wiel voorwaarts in de tegengestelde richting. Elke pallet jewel heeft een ‘locking face’ en een ‘impulse face’ zoals te zien is in de Figuur ‘Entry Pallet’. Wanneer de tip van de pallet stone contact begint te maken met de tand van het escape wiel zorgt de geometrie van alle componenten er voor dat de rotatie van het escape wiel (en de druk van de tand op de ‘locking face’ van de jewel) de pallet naar beneden duwt en in een steviger contact met de tand. Dit noemt men de ‘draw’. De licht naar beneden gerichte beweging van de ‘draw’ veroorzaakt de ‘run to the banking’ waarbij de ‘lever’ in contact komt met zijn ‘banking pins’ of de ‘solid banking’. Wanneer de ‘impulse pin’ op de ‘impulse roller’ langskomt met de terugdraaiende beweging van de balans en hij contact maakt met de ‘notch’ van de ‘lever’, wordt de pallet stone losgemaakt uit de ‘lock’ en continueert het escape wiel zijn rotatie.
In de Figuur ‘Exit Pallet’ is te zien dat de tip van van de escape tand contact maakt met de ‘impulse face’ van de loslatende pallet stone en dat de hoek van de stone en de tand een opwaartse beweging veroorzaken van de stone. Dit fenomeen staat bekend als de impuls. Via de ‘lever’, ‘lever notch’ en impuls pin duwt de impuls het balans wiel in een swing in de tegenovergestelde richting. De afgeplatte oppervlakte van het uiteinde van de ‘club-foot’ escape tand wordt verantwoordelijk gehouden voor het meer gelijkmatig distribueren van de impuls kracht op de impuls zijde van de jewel.
Zowel de ‘entry’ als de ‘exit’ pallet stenen hebben een cyclus van aangrijpen, ‘draw’, ‘run to the banking’ en loslaten. Wanneer de ene steen aan het loslaten is komt de ander in positie voor het aangrijpen.

De balans veer

Echap:balance cock

De balans veer (ook ‘hairspring’ genoemd) is het hart van het echappement en zijn meest subtiele component. Op de afbeelding is een balans ‘cock’ (een ‘cock’ is een brug die slechts met een zijde vastzit aan het uurwerk) te zien met veer en balans er aan bevestigd. De ‘cock’ ligt ondersteboven ten opzichte van zijn bevestiging in een uurwerk. #1 is de impuls roller met daarop de impuls pin (#4). De safety roller (#2) met de inkeping ligt net onder (boven in het horloge) de ‘lower’ balans draaipin (#3). De drie locatie pinnen (#6) zorgen ervoor dat de balans ‘cock’ accuraat bevestigd wordt aan de plaat van het uurwerk. Het grote gat tussen de drie pinnen is bedoeld voor de schroef waarmee de ‘cock’ vastgemaakt wordt aan het uurwerk. De gleuf links van het schroefgat zorgt ervoor dat er een schroevendraaier van 1 mm ingeschoven kan worden om de ‘cock’ los te maken van de plaat van het uurwerk. De balans veer (#5) ligt tussen de balans en de ‘cock’.

escape_collet

Het binnenste uiteinde van de balans veer is vastgemaakt aan een kleine gleuf in de ‘collet’ (Frans voor kraag) op de balans staf (zie afbeelding, veer in rood). De grote gleuf van de ‘collet’ wordt gebruikt om de ‘collet’ vrij te maken van de balans staf. Omdat het balans wiel en de ‘collet’ stevig vastzitten aan de balans staf roteert dit uiteinde van de balans veer heen en weer met de balans.

Echap:fig8

Het buitenste uiteinde van de balans veer zit vast aan de veer ‘stud’ op de balans ‘cock’. De ‘stud’ is een vastgeschroefde klem op de ‘cock’, vaak aangegeven met een kleine gegraveerde driehoek op de ‘cock’. Het is eveneens mogelijk dat de ‘stud’ deel uitmaakt van een beweegbare constructie op de balans ‘cock’ en dan wordt er gesproken van een ‘movable’ of ‘adjustable’ ‘stud’. In beide gevallen is het zo dat dit uiteinde van de veer stilstaat bij de beweging van het balans wiel. In Figuur 8 wordt de ‘stud’ aangegeven door #1 en de laatste kromming van de balans veer door #2. De veer zit vast aan de onderzijde van de ‘stud’ bij #3 en het andere uiteinde van de veer zit vast aan de ‘collet’ bij #4.

Een uurwerk kan een platte haarveer hebben wat betekent dat de laatste kromming van de veer, voor de bevestiging aan de ‘stud’ op de ‘cock’, op hetzelfde niveau ligt als de overige krommingen (dit heeft niets te maken met een doorsnede van de veer zelf aangezien deze allemaal of plat of vierkant is). Bij een niet platte haarveer wordt er gesproken van een ‘overcoil’ veer (vaak de ‘Breguet overcoil’ genoemd).

De balans veer heeft een functie. Wanneer de impuls van de uitgaande pallet jewel de balans in een richting gedraaid heeft zorgt de veer ervoor dat de balans, aan het einde van zijn swing, in tegengestelde richting gaat. Als de balans ‘counter-clockwise’ swingt ontspant de veer (in de meeste horloges) en wanneer deze clockwise gaat windt hij de veer op. De spanning opgeslagen in de veer keert de beweging van de balans om. Door het uitvoeren van deze operatie is de balans veer verantwoordelijk voor de boog van de swing (amplitude) en dus voor de hele timing en accuraatheid (i.e. consistentie) van het uurwerk. De swing van de balans timet de actie van de ‘escape lever’, de rotatie van het ‘escape’ wiel en het tempo waarmee de hoofdveer zijn energie afgeeft. De normale amplitude is ongeveer 1 1/2 omwentelingen of ongeveer 270 graden (een omwenteling van een balans wiel is 180 graden). Als de amplitude te klein is zal het horloge zwak en inaccuraat lopen. Een te grote amplitude kan ‘knocking’ veroorzaken. Dit verschijnsel treedt op als de impuls pin geheel ronddraait en de buitenzijde van de ‘lever’ raakt.

Met name uitgedrukt in getallen is het zeer indrukwekkend wat het echappement van een horloge voor een prestatie levert.
Uitgaande van een tikgetal van 28.800 tikken/uur heeft een pallet jewel 691.220 per dag te maken met het aangrijpen en weer loslaten van een escape tand. Zelfs de kleinste afwijkingen van een van de betrokken onderdelen kan dramatische effecten hebben op de accuraatheid van het uurwerk. Iedere afwijking in de haarveer, balans ‘pivots’, ‘lever’ of impuls actie van de pallets equivalent aan slechts 1 procent verandering in de inertie van het balans wiel zal zorgen voor een fout van ongeveer 7 1/2 minuut per 24 uur. Dit is equivalent aan een verandering in de effectieve lengte van de balans veer van maar 1.2 mm.
Evenzeer indrukwekkend is de betrouwbaarheid en duurzaamheid van het echappement. In de gemiddeld 4 jaren tussen de servicebeurten heeft een horloge met bovenstaande tikgetal ongeveer 505 miljoen complete cycli van het echappement gemaakt en meer dan een miljard acties en impulsen van iedere pallet en een vergelijkbaar aantal swings van het balans wiel.

Jaap Bakker

mei 8th

16:40
Techniek

Radiomir Panerai: dodelijk licht
by admin

Panerai heeft een fascinerende en kleurrijke geschiedenis die is verweven met de historie van Rolex en eveneens met die van de Koninklijke Italiaanse Marine, de Duitse Kampfschwimmer’s en het Egyptische leger. Vele denken dat Rolex en Panerai als verre neven zijn maar in werkelijkheid zijn ze veel meer als broers.

Orologeria-Svizzera-Panerai

 

In 1860 opende Giovanni Panerai (1825-1897) een horloge winkel in Florence (I) waar zakhorloges van hoge kwaliteit verkocht werden.

In 1864 startte Guido Panerai & Figlio in Florence. Zij waren gespecialiseerd in mechanieken en het ontwerpen en produceren van hoogwaardige apparatuur voor de Italiaanse Marine. Uit dit bedrijf zou uiteindelijk Officine Panerai ontstaan.

In het begin van de 20ste eeuw ontstond Orologeria Svizzera wat veel meer deed dan het verkopen van horloges. Zij verkochten gereedschappen en accessoires voor precisie werk en hadden eveneens een reparatie afdeling voor horloges en klokken wat leidde tot de eerste school voor uurwerkmakers in Florence.

 

In 1915 ontwikkelde en patenteerde Guido Panerai een proces waarmee lichtgevende markers gemaakt konden worden voor de apparatuur van de Italiaanse Marine. De naam die hij er aan gaf was Radiomir.

Het is aannemelijk dat Guido Panerai geen idee had dat zijn Radiomir extreem gevaarlijk en zeer giftig was omdat het gebaseerd was op Radium wat een van de meest radioactieve chemische elementen is die er bestaan.

In het periodiek systeem der elementen heeft Radium atoomnummer 88 en zijn symbool is Ra. Radium is meer dan een miljoen keer meer radioactief dan dezelfde massa Uranium en het heeft een halfwaardetijd van 1602 jaar.

Panerai-Lumeshot-Cali-Dial

Guido Panerai zag als groot voordeel van Radium dat het geen externe bron van energie nodig heeft om licht te kunnen geven.

 

‘ Nothing in life is to be feared, it is only to be understood. Now is the time to understand more, so we may fear less ‘- Marie Curie (1867-1934)

Pierre-and-Marie-Curie

 

Radium was ontdekt door de beroemde Nobelprijs winnende natuur- en scheikundige Marie Curie, samen met haar echtgenoot Pierre Curie. Marie Curie ontdekte niet alleen radioactiviteit maar gaf het ook de naam. Madame Curie, in 1867 geboren in Polen, was de eerste wetenschapper die twee verschillende Nobelprijzen won.

Marie vertrok in 1891, op 24 jarige leeftijd, naar Parijs om te gaan studeren aan de Universiteit van Parijs. Hier behaalde zij haar diploma’s en voerde zij haar wetenschappelijke experimenten uit die de wereld zouden veranderen. Marie was getrouwd met Pierre Curie, een co-laureaat van de Nobelprijs. Haar dochter Irene Joliot-Curie en haar schoonzoon Frederic Joliot waren beide ook Nobelprijs winnaars. De conversatie bij het kerstdiner in huize Curie ging zeer waarschijnlijk niet alleen over het weer!

 

Marie Curie ontdekte twee elementen van het periodiek systeem, radium en polonium. De laatste vernoemde zij naar haar geboorteland Polen.

 

Zij was een pionier op het gebied van de stralingstherapie waarbij radioactieve isotopen gebruikt werden om kankercellen te doden. Marie en haar echtgenoot ontdekten in 1898 radium in pitchblende (pitchblende, ook wel uraniniet genoemd, is een mineraal dat hoofdzakelijk bestaat uit oxides van het element uranium, UO2 en UO3. Het is de hoofdbron voor uranium. Het mineraal is zwart van kleur, vandaar determ ‘pitch’. Duitse mijnwerkers spraken van ‘blende’ omdat ze geloofden dat het

bestond uit talloze verschillende metalen die door elkaar ‘geblend’ waren. Uit het verval van uranium ontstaat o.a. radium) dat afkomstig was van de regio Noord Bohemen in de voormalige Tsjechische Republiek.

 

In 1910 isoleerden Curie en Andre-Louis Debierne radium als een puur metaal door een proces van elektrolyse van een zuivere radium chloride oplossing waarbij een lood cathode gebruikt werd en het werd gedestilleerd in een atmosfeer van waterstofgas.

Helaas werd de blootstelling aan radium verantwoordelijk gehouden voor de vroegtijdige dood van Marie Curie.

 

Het zilverwit kleurige metaal Radium werd gebruikt als zelfvoorzienende bron van licht voor horloges, vliegtuigschakelaars, klokken en de wijzerplaten van velerlei instrumenten. Niemand realiseerde zich dat dit materiaal zeer radioactief en dodelijk was.

Ook Guido Panerai zal zich hier niet van bewust zijn geweest toen hij in 1915 zijn patent aanvroeg voor Radiomir.

 

Illustratief voor wat dit alles in de praktijk betekende voor het omgaan met radium is een beroemd stuk uit de Amerikaanse geschiedenis, genaamd ‘The Radium Girls’.

US-Radium-Girls-1922

The Radium Girls waren een groep vrouwelijke fabrieksarbeiders die vergiftiging met straling aan den lijve ondervonden door het verven van horloge wijzerplaten met lichtgevende, op radium gebaseerde verf in 1917 in Orange, New Jersey. De Girls was verteld dat de verf onschadelijk was. Ondertussen kregen zij dodelijke hoeveelheden binnen doordat zij met hun lippen een puntje maakten van de kamelenharen op hun kwastjes. Zij vonden het materiaal zo leuk dat zij ook hun nagels er mee begonnen te lakken, zich er mee opmaakten en het zelfs op hun tanden smeerden.

Vervolgens lieten zij bij bosjes het leven. Vijf Girls hebben een rechtzaak aangespannen tegen hun werkgever, U.S. Radium Corporation, vanwege het krijgen van een werkgerelateerde aandoening. Na vele jaren en inspanningen hebben ze deze zaak weten te winnen.

 

Radium werd in die tijd voor van alles en nog wat gebruikt. Ingrediënt in voeding voor de smaak en als bewaarmiddel. Het werd ook toegevoegd aan tandpasta, haargel en het werd zelfs in sommige voedingsmiddelen gestopt vanwege de helende werking.

 

De eerste horloges die Rolex voor Panerai heeft gemaakt hadden Radiomir Panerai op de wijzerplaat staan en deze radioactieve horloges zijn gemaakt tot 1954. Deze horloges zijn nog steeds hoogst radioactief. Sommige mensen laten zich zand in de ogen strooien doordat de wijzerplaat geen licht meer geeft maar het gevaarlijk radium is er nog steeds. Radium geeft licht door het contact met zinksulfide en op een gegeven moment is alleen de zinksulfide op, niet het radium. Op de Geiger teller is te zien dat er nog steeds sprake is van radioactiviteit.

Geiger-Counter-Panerai-back

 

Giger-Counter-Panerai

Ondanks dit hele verhaal zijn de originele Radiomir Panerai horloges een zeer geliefd verzamelaarobject. In de USA worden er bedragen van $ 100.000 en hoger voor betaald (hopelijk inclusief antistralingspak).

Jaap Bakker

april 27th

10:03
Modellen

Techniek