• Welkom op 'planet Rolex' en haar bewoners

De volledig nieuwe Clerc Hydroscaph H1
Door: admin

De Clerc Hydroscaph H1 is een duikinstrument gebouwd met compromisloze standaarden van prachtig vakmanschap en voorzien van een imposant aantal sterke punten, waaronder een exclusief COSC-gecertificeerd chronometer uurwerk wat zorgt voor ultieme precisie en betrouwbaarheid; een krachtig en innovatief ontwerp; een langdurig uitgeprobeerde en geteste veiligheid dankzij de waterdichtheid tot 500 m gecombineerd met een gepatenteerde constructie die er voor zorgt dat de lunette nooit per ongeluk kan verdraaien. Deze zeer functionele technische kenmerken kunnen gecombineerd worden met een scala aan esthetische variaties waardoor gedistingeerde en geïndividualiseerde composities ontstaan.

CH:gele Clerc-Hydroscaphe-H1-Chronometer

Een eerste blik op de Hydroscaph H1, Clerc’s laatste technische, kracht uitstralende nieuwe model boordevol met de unieke kenmerken die het succes van het merk gesmeed hebben sinds 1874, is genoeg om het hart van avonturiers, op zoek naar een horloge dat hierbij past, sneller te doen kloppen. Naast het feit dat de high-tech constructie van dit horloge direct de blik vangt en vasthoudt, is het in de eerste plaats een formidabele machine om het avontuur mee tegemoet te gaan. In staat om 500 m onder water te duiken, heeft het een exclusief automatisch Clerc uurwerk: Kaliber C609. Voor Gerard Clerc, de vierde generatie van deze befaamde horlogemakers familie, is dit uurwerk een terugkeer naar zijn wortels. Net als de eerste collectie gecreëerd in 1998, kwam ook Kaliber C609 met glorie te boven na zijn onderdompeling in de genadeloze tests van het Swiss Official Chronometer Testing Institute en kan derhalve met recht een COSC-gecertificeerde chronometer genoemd worden – de meest prestigieuze erkenning van precisie en betrouwbaarheid.
Het hoogfrequente (4 Hz; 28.800 bph) uurwerk C609 is eenvoudig wat betreft zijn functies – uren, minuten, seconde, datum – met een gangreserve van 42 uur, maar is voorzien van een hoogstaande afwerking waaronder bruggen met Cotes de Genève en geblauwde schroeven. Deze afwerking gecombineerd met een opengewerkte rotor zijn een handtekening geworden voor de Clerc uurwerken en dit alles is zichtbaar door de gedeeltelijk open kastdeksel. Ook aan het draagcomfort is gedacht, de bandaanzet is beweeglijk zodat hij zich perfect voegt naar de kromming van de pols – zelfs als hij gedragen wordt over een neopreen duikpak.

CH:achterkant Clerc-Hydroscaph-H1-9
CH:zijkant Clerc-Hydroscaph-H1-17
CH:gesp Clerc-Hydroscaph-H1-14

Een krachtige, grenzeloze constructie
Voor de Geneefse horlogemaker is de creatieve passie niet beperkt tot de sofisticatie van een exceptioneel mechanisme maar worden er ook geen concessies gemaakt op het vlak van ontwerp en gebruikte materialen. De zeer complexe kast is de vrucht van een uitermate technische, architectonische benadering. Ontwikkeld in samenwerking met een team van professionals uit de duikwereld, bestaat de kast uit 81 onderdelen en voldoet aan drie voorwaarden: opvallend esthetisch, een innovatieve constructie en bruikbare functies. Het midden van de kast wordt geflankeerd door laterale verstevigingen die de waterdichtheid tot 500 m verzekeren en de robuuste octogonale lunette is de iconische signatuur van de Hydroscaph collectie. Omdat met duiken op dit soort dieptes de veiligheid absolute prioriteit heeft, bevindt zich op ‘2’ aan de kast de kroon voor de lunette die alleen gedraaid kan worden als een boogvormige lip is uitgeklapt. Met het terugklappen van de lip kan de lunette niet meer draaien.

De op het eerste gezicht simpele wijzerplaat van de Clerc Hydroscaph H1 blijkt bij nader inzien op esthetisch en technisch gebied veel meer te herbergen. De goede afleesbaarheid en de complexe constructie passen perfect in het karakter van het hele horloge. De individueel gefabriceerde 3-dimensionale cijfers en uren indexen hebben een stevig assertief karakter. Wanneer ze frontaal bekeken worden lijken ze enigszins trapezevormig terwijl ze vanuit alle hoeken maximaal afleesbaar zijn. Net als de cijfers en de indexen hebben de wijzers ook een postindustriële uitstraling en zijn ze van Superluminova voorzien om ze in de meest duistere grot nog goed leesbaar te maken.

Externe variaties op een krachtig ontwerp

De uitermate stijlvolle Clerc Hydroscaph H1 kan in vele varianten geleverd worden om het horloge optimaal aan de individuele wensen aan te passen. De kast is gemaakt van hoogwaardig staal, zonder of met een zwarte DLC coating van de lunette, het midden van de kast of de hele kast. De wijzerplaat is te verkrijgen in blauw, zwart of grijs waarbij de secondewijzer en de driehoekige datum marker op ‘3’ een kleurig detail vormen met een streek blauw, rood khaki of fluoriserend geel. Om het horloge af te maken zijn er gevulkaniseerde rubber banden in zwart, blauw, rood of khaki en Louisiana alligator leren banden in zwart, navy blauw of chestnut bruin; als finishing touch wordt de band gesloten met een prachtige vouwsluiting.

CH:gele1 Clerc-Hydroscaph-H1-7

Een high-tech expressie van tegenwoordige horlogemakerij maakt de nieuwe Hydroscaph H1 tot een horloge van onbedekte excellentie die volledig past in de unieke signatuur van Clerc sinds 1874.

Tekst Michael Haecker (Juwelier Fischer-Clerc watches)

oktober 23rd

15:31
Horlogemerken

Christiaan van der Klaauw: de tijd en haar planeten
Door: admin

CK:Stonehenge
CK:logo

De tijd is een ongrijpbaar iets.
Ons leven speelt zich af tussen verleden en toekomst in het nu maar dit nu is niet te definiëren. Ons hele bestaan en alles wat we meemaken bestaat uit een schijnbaar oneindige hoeveelheid “nu’s” en het is op zijn zachtst gezegd een opmerkelijke gedachte dat de bouwstenen die ons voeren van onze geboorte naar onze dood niet te bevatten zijn.
Volgens de speciale relativiteitstheorie van Einstein is het bovendien zo dat tijd kan versnellen en vertragen. Dit komt omdat de lichtsnelheid (300.000 km/s) de enige constante is waardoor alles, dus ook de tijd waarneming, relatief is.
Om het onvoorstelbare van ons bestaan nog verder te vergroten is het interessant om na te gaan waaruit alle materie, inclusief het menselijk lichaam, is opgebouwd. Meest voor de hand liggende en op zich ook juiste antwoord is moleculen en atomen. Maar dan zit je nog maar op het niveau van bakstenen en cellen. De basis bestaat uit sterrenstof, een verzameling extreem kleine deeltjes (o.a. leptonen, quarks, bosonen), dat afkomstig is van sterren die reeds tientallen miljarden jaren geleden zijn uitgedoofd. Dit soort deeltjes hebben hele andere wetten (Het standaardmodel van de deeltjesfysica) volgens welke ze bestaan dan de wetten van Newton en met de recente ontdekking van het Higgs deeltje is een groot deel van de puzzel opgelost (waar niet alle wetenschappers even blij mee zijn).

Nijehaske in Friesland. De zon komt op, laaghangende nevel over de weilanden en rijp in de bomen. De start van een nieuwe dag voor horlogefabrikant Christiaan van der Klaauw Astronomical Watches van wie de naamgever reeds sinds 1974 high-quality uurwerken maakt.
Vandaag de dag staat Christiaan van der Klaauw er niet meer alleen voor. Naast hem zijn er nog drie partners en in ieder geval 3 horlogemakers en instrumentenmakers.
Christiaan van der Klaauw maakt ongeveer 200 horloges per jaar en heeft 10 verkooppunten in Nederland en 10 internationale. Het streven voor de toekomst is een productie van minstens 1000 per jaar en 50 verkooppunten.

Aangezien Christiaan van der Klaauw reeds vroeg in zijn carrière gefascineerd was door de tijd en de ruimte is het de moeite waard om ons eerst te verdiepen in de geschiedenis van de astronomie.

Astronomie is een van de oudste wetenschappen in de wereld. De manier waarop de stenen van Stonehenge zijn gepositioneerd, komt overeen met de stand van de sterren.
In het vroege China, Egypte en het Babylonische Rijk waren mensen ook al bezig met kalender calculaties en de astrologie. Een illustratie hiervan is de waterklok die 2500 jaar geleden in China gemaakt is.

In het oude Griekenland werden reeds 7 bewegende hemellichamen onderscheiden: Maan, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus, Saturnus en de Zon. Hier hebben wij onze zevendaagse week aan te danken.
Enkele belangrijke Griekse astronomen zijn:
– Thales van Miletus: de eerste die een eclips van de zon voorspelde
– Pythagoras: naast de stelling van Pythagoras toonde hij, net als Aristoteles, aan dat de aarde bolvormig was- Ptolemaeus: bedenker van het geocentrisch stelsel waarbij de aarde het middelpunt van het helaal is en alle planeten, inclusief de zon, hier omheen draaien.

In de periode van de 8e tot de 13e eeuw lag het zwaartepunt van de astronomie in het Midden-Oosten. Al Battani gaf toelichting bij de onderbouwing van het Astrolabium en in Bagdad stond het Huis der Wijsheid. Wetenschappers als Al-Chwarizmi en Thabit ibn Qurra hebben van hieruit belangrijke bijdragen geleverd aan de astronomie.

Copernicus kwam in de 16e eeuw met de stelling dat er in de ruimte geen sprake was van geocentrisme maar heliocentrisme (de zon als middelpunt). Twee bekende astronomen die deze stelling onderschreven waren Galileo Galilei en Johannes Kepler. Galilei is met name bekend omdat hij een van de eersten was die het heelal bestudeerde met een telescoop; de telescoop is een Nederlandse vinding.
Isaac Newton was vervolgens, een eeuw later, degene die als eerste wis- en natuurkundige modellen koppelde aan de sterrenkunde.

Tijdgenoot van Isaac Newton was de bekende Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens. Deze inspiratiebron voor Christiaan van der Klaauw was een zeer allround wetenschapper en heeft ontelbare ontdekkingen (o.a. Orionnevel en de ware aard van de Saturnusring) en uitvindingen op zijn naam staan. Hij was vooral bekend om zijn kennis op het snijvlak van astronomie en tijdwaarneming. Astronomie en plaatsbepaling op zee vereiste nauwkeurige tijdmetingen. Huygens legde zich op dit probleem toe en ontwikkelde instrumenten waarmee tijd nauwkeurig kon worden vastgelegd. Hij heeft in 1656 het slingeruurwerk uitgevonden, waarna op 16 Juni 1657 het octrooi werd toegekend. In het werk ‘Horologium Oscillatorium sive de motu pendulorum’ (1673) beschreef hij de theorie van de beweging van een pendule.

Ongeveer 100 jaar later was het de Friese Nederlandse astronoom Eise Eisinga die de erfenis van Huygens voortzette. Eise Eisinga was van eenvoudige komaf en hoogbegaafd. Op zijn vijftiende gaf hij al een wiskundeboek uit van ruim 600 pagina’s. Op zijn zeventiende gaf hij een boekje uit over de grondslagen van de astronomie. Zijn legendarische status bereikte hij toen zich een conjunctie van de Maan en de planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter zou voordoen. Een notabele uit Friesland (Nederland) wiens mening hoog werd gewaardeerd voorspelde dat deze hemellichamen op 8 mei 1774 met elkaar zouden botsen. De Aarde zou hierdoor uit haar baan worden geslingerd en zou in de Zon verbranden. Door deze voorspelling ontstond in Friesland grote paniek. Om te laten zien dat er geen reden tot paniek was bouwde Eisinga in zijn woonkamer een werkend schaalmodel van ons zonnestelsel. Een op de zolder aangebracht uurwerk regelde de omlooptijden van de toen bekende planeten. Eisinga kon zo aantonen dat de hemellichamen volgens vaste patronen rond de Zon draaien.

Het Eise Eisinga planetarium is nog steeds intact en werd in 1997 grondig gerestaureerd waardoor het het oudste nog werkende planetarium op aarde is. Inmiddels is het een museum en een van de blikvangers in het museum is een horloge van Christiaan van der Klaauw.

CK:astronomic1
CK:astronomic2
CK:astronomic3
CK:astronomic4
CK:astronomic5
CK:astronomic6
CK:astronomic7

Christiaan van der Klaauw Astronomical Watches nu

Bij het bezoeken van de werkplekken en ateliers van Christiaan van der Klaauw vallen direct de serene rust en de passie voor uurwerken van de medewerkers op.
Drie horlogemakers bouwen elk horloge met de hand en gebruiken de beste materialen en methodes om dit te doen.

CK:atelier1
CK:atelier2
CK:atelier3
CK:atelier4

De basis voor de horloges worden gevormd door uurwerken van hoogwaardige Zwitserse fabrikanten. Deze worden aangepast en gemodificeerd om te kunnen voldoen aan de hoge eisen die Christiaan van der Klaauw stelt aan zijn horloges. Een deel van de gebruikte onderdelen wordt ingekocht in Zwitserland en een deel wordt zelf gefabriceerd. Het maken van minutieuze onderdelen, zoals tandwielen, is handwerk omdat er geen machines bestaan die de nauwkeurigheid hebben die een mensenhand heeft. In contrast hiermee staan de hoogtechnologische computers met CAD/CAM programma’s waarmee ontwerpen gemaakt kunnen worden in 3D en waarmee de informatie vastgelegd kan worden die vervolgens de verschillende machines aanstuurt.

De kast van ieder Christiaan van der Klaauw horloge bestaat uit een solide stuk (edel)metaal met een dikte van 14 mm. De drie gebruikte soorten metalen zijn platina, goud en hoogwaardig roestvast staal. Platina is het zeldzaamst en dus het duurst; bovendien is het bijna drie keer zwaarder dan staal (soortelijk gewicht platina is 21,5 g/cm3 versus staal 7,8 g/cm3). Voor de gouden kasten wordt roségoud gebruikt en het staal voor de kasten is extreem hard en van dezelfde kwaliteit als deze die in de medische wereld wordt toegepast.
Letterlijk alles dat gebruikt wordt om een Christiaan van der Klaauw horloge te bouwen moet voldoen aan de allerhoogste eisen. Dit geldt voor het leer van het bandje maar ook voor de olie die in het uurwerk gebruikt wordt.

CK:Real Moon 1980

Een goed voorbeeld van waar Christiaan van der Klaauw horloges voor staan is de Real Moon 1980.

Het horloge is te verkrijgen in staal, roségoud en witgoud. Er is tevens een gelimiteerde oplage van 8 stuks in platina.
Het meest in het oog springend is de maan, een bolletje met een diameter van 5 mm, dat zich bevindt op ‘6’ uur. Op ‘12’ uur ziet men het logo van Christiaan van der Klaauw, de 12-armige zon. Op de posities ‘3’ en ‘9’ vallen twee kleine wijzerplaten op.
De maan geeft de huidige maanstand weer door te roteren. De maan roteert in 29 dagen, 12 uren en 44 minuten (29, 53058885 dagen) rond de aarde. De complicatie in de Real Moon 1980 heeft een afwijking van slechts 1 dag in 5400 jaar.
Op de ‘12’ positie geeft het logo de hoogte van de zon in relatie tot de horizon aan. De om haar as draaiende Aarde staat haar omloop om de zon schuin. Dit principe heet declinatie en heeft als gevolg dat op plaatsen waar de Aarde schuin in de richting van de zon staat, het zomer is. Daar waar het winter is staat de aarde scheef van de zon afgekeerd en is het kouder. De 3 uurs positie is gereserveerd voor de Eclipswijzer. Indien de Eclipswijzer zich binnen de indicatiestrepen begeeft vindt er ergens op Aarde een zons- of Maansverduistering plaats. Tot slot de 9 uurs positie. Daar kunnen de maand en datum worden afgelezen.
De wijzerplaat is niet het enige dat de moeite waard is aan een Christiaan van der Klaauw horloge. Door de saffierglazen achterkant is de prachtige met de handgegraveerde rotor te zien; dit kunstwerk is gemaakt door Jochen Benzinger.

Christiaan van der Klaauw horloges zijn oogverblindend mooi en hebben allemaal een astronomische inslag. Met een dergelijk horloge heb je iets werkelijk bijzonders en zeldzaam om je pols. Het is zeer de moeite waard de hele collectie [Christiaan van der Klaauw] te bekijken en je te verliezen in het product van ware liefhebbers.

Jaap Bakker

oktober 21st

18:19
Horlogemerken

Een nieuw gebied: de Rolex Oysterquartz
Door: admin

OQ:LED

Afb.: Rolex Oysterquartz ref. 7065

Hoewel Rolex zich natuurlijk altijd met volle overgave gestort heeft op de mechanische horloges zou het een vergissing zijn om te denken dat quartz horloges een soort ‘nakomertje’ zijn geweest voor Rolex. Reeds in het begin van de vijftiger jaren was Rolex bezig met onderzoek op het gebied van elektronische tijdmeting en in 1952 kreeg zij haar eerste patent voor een electro-mechanisch horloge ontwerp. Sterker nog, van de vijftig patenten die Rolex tussen 1960 en 1990 aanvroeg waren er 21 voor electronische horloges. Het meest extreem waren de patenten van Rolex in de zeventiger jaren voor digitale (LED) horloge uurwerken. Van een van deze uurwerken is zelfs een prototype gebouwd dat de ref. 7065 droeg.

OQ:rolex-5100-z

Afb.: Rolex Quartz 5100

Het eerste quartz horloge dat Rolex op de markt bracht was de Quartz Date 5100 in 1970. Het horloge had een Beta 21 uurwerk dat ook gebruikt werd door Omega en Enicar. De totale productie bedroeg slechts 1.000 exemplaren omdat Rolex natuurlijk zo snel mogelijk met een eigen quartz uurwerk wilde uitkomen. Na vijf jaar ontwerpen, ontwikkelen en testen verschenen in 1977 de eerste volledig ‘in-house’ gemaakte quartz uurwerken van Rolex, de 5035 en de 5055. De bijbehorende horloges waren de ref. 5035 Datejust en de ref. 5055 Day-Date.
De quartz modules van 5035 en de 5055 behoorden niet alleen technologisch tot de absolute top maar ook qua ontwerp en afwerking waren ze binnen de horloge industrie ongeëvenaard. De uurwerken met 11 edelstenen gebruikten het laatste CMOS (Complementary Metal-Oxide Semiconductor) schakelsysteem, een 32 khz oscillator en analoge thermocompensatie. De gehanteerde kwaliteitseisen voor de Oysterquartz lagen op een nog hoger niveau dan Rolex reeds hanteerde voor haar mechanische horloges. Zonder overdrijven mag gesteld worden dat er tot op de dag van vandaag door geen enkele horlogefabrikant een quartz uurwerk ontwikkeld is dat esthetisch zo mooi is als de Oysterquartz.

De schatting is dat er in totaal nog geen 25.000 Oysterquartz horloges gefabriceerd zijn door Rolex. Het finale model was de ref. 17000 in staal die in 2001 voor het laatst in de catalogus stond. Daarnaast bestonden de ref. 17014 met witgouden lunette, de ref. 17013 van staal/goud en de ref. 17018, een gouden Day-Date.

Voor uitgebreidere informatie over de Oysterquartz is de volgende link nuttig:

Oysterquartz.net

Nog enkele fraaie afbeeldingen van de Oysterquartz:

OQ:9Oysterquartz--Jocke
OQ:17000
OQ:rolex-oysterquartz-2
OQ:RolexOysterquartz17000_06 uurwerk
OQ:zw wp

Jaap Bakker

oktober 3rd

16:53
Modellen

De pioniers van het moderne horloge
Door: admin

Tegen het einde van de jaren vijftig was het de Amerikaanse firma Hamilton die een internationale strijd beslechtte door als eerste een polshorloge op de markt te brengen dat zijn energie uit een batterij haalde. Tegelijkertijd werkten de Franse firma Lip, het Amerikaanse Elgin en de Duitse fabriek Epperlein aan deze ontwikkeling. Hoe verliep de ontwikkeling van de allereerste elektrische polshorloges?

PD1:ElvisVentura '61 Blue Hawaii

Afb.: Elvis Presley droeg in 1961 in de film ‘Blue Hawaii’ een Hamilton Ventura

Op 3 januari 1957 startte een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de tijdmeting: de eerste nieuwe vinding op het gebied van het polshorloge, sinds de uitvinding van het automatisch horloge door John Harwood, was de Hamilton Electric 500. Deze had weliswaar nog steeds een balans, maar werd niet meer aangedreven door een veer, maar door een in een magneetveld bewegende spoel. Sinds het begin van de jaren vijftig waren de Franse firma Lip, de Amerikaanse onderneming Hamilton en de firma Epperlein uit Pforzheim begonnen met de ontwikkeling van een elektrisch polshorloge. De Zwitserse fabrikanten demonstreerden daarentegen een absolute desinteresse in elektrische horloges. Zij rekenden op de onbegrensde mogelijkheden van het mechanisch horloge. Het heeft tot in de jaren tachtig geduurd, voordat de Zwitsers deze achterstand inhaalden door de introductie van de Swatch.

‘Watch of the Future’

Onder leiding van het hoofd van de research afdeling, G.Luckey, begon de Hamilton Watch Company in Lancaster, Pennsylvania (USA) direct na de Tweede Wereldoorlog met de ontwikkeling van een elektrisch polshorloge. In 1952 waren de eerste prototypen klaar en eind 1956 startte de serieproductie. De derde januari 1957 werden de eerste twee legendarische modellen ‘Ventura’ en ‘Van Horn’ aan de pers getoond en april 1957 startte de verkoop in de winkels. De ‘Watch of the Future’ was klaar voor de markt. De voor die tijd revolutionaire horlogekasten zijn het ontwerp van Richard Arbib, bekend om zijn auto-ontwerpen voor General Motors en de American Motors Corporation. Met de introductie van deze modellen werden de klassiek uitgevoerde horloges steeds minder belangrijk en begon de opkomst van het design-horloge. Nu worden nagenoeg alle horloges door goede vormgevers of kunstenaars ontworpen, de fabrieksteams zijn vervangen door freelance ontwerpers. Na de zeer succesvolle Ventura volgden tientallen interessante en fraai gestileerde modellen die allemaal caliber 500 bevatten.

PD1:hamilton_ventura_wrist wp

PD1:Hamilton500 uurwerk

PD1:ventura1957 in doos

Afb.: De Hamilton 500 heeft, zoals alle mechanische polshorloges, een heen en terug gaande balans met torsieveer. Op die balans is hier echter een spoel gemonteerd en op de platine zijn twee permanente magneten bevestigd.

De werking

De Hamilton 500 heeft, zoals alle mechanische polshorloges, een heen en weer gaande balans met torsieveer. Op die balans is hier echter een spoel gemonteerd en op de platine zijn twee permanente magneten bevestigd. Een palletje op de balansas duwt 1 maal per omwenteling tegen een contactveertje dat een stroomkring sluit waardoor gedurende een zeer korte tijd een elektrische stroom gaat door het spoeltje op de balans. Het spoeltje wordt daardoor magnetisch en op dat moment afgestoten door de twee permanente magneten. De balans krijgt daardoor elke omwenteling een impuls van de magneten en even later een impuls in de tegenovergestelde richting door de balansveer. Daardoor blijft de balans in beweging en drijft de tandwielen aan, die tenslotte de wijzers laten rondgaan.
Het grote probleem bij deze horloges is de zeer nauwkeurige afstelling van de contacten en het inbranden en corroderen ervan. Dit is te vergelijken met het inbranden van de bougies van een auto. Deze contacten worden 10.000 maal per uur geopend en gesloten. Per jaar gebeurt dat ongeveer honderd miljoen maal. Het is duidelijk dat dit bij de eerste elektrische horloges altijd een probleem is gebleven. De uitvinding van de transistor in 1948 bracht de oplossing. Deze kan een stroom in- en uitschakelen zonder dat daar contacten voor nodig zijn. De eerste maal dat een transistor in een horloge werd toegepast was in de Bulova Accutron die bovendien een stemvork had in plaats van een balans. Door deze toepassingen nam de nauwkeurigheid met sprongen toe.
In 1961 bracht Hamilton het veel betrouwbaardere kaliber 505 op de markt. Het had een geheel vernieuwd contactsysteem dat geen afregeling van buitenaf meer nodig had. Van beide kalibers, 500 en 505, zijn er ongeveer 500.000 vervaardigd, voordat de productie in 1969 stopte. De Hamilton Watch Company werd in 1974 aan de firma Aetos Watch verkocht, een dochteronderneming van het concern SSIH (voorloper van de huidige SMH), waartoe ook Omega behoorde. Daardoor kwam Omega ook in het bezit van de productietechnieken van het door Hamilton ontwikkelde volelektronische polshorloge, zonder enig mechanisch onderdeel, de beroemde Pulsar met de bekende rode LED aflezing.

PD1:Epperlein 100 wp

PD1:Epperlein 100 uurwerk

PD1:Paul Portinoux Epp. 100

Afb.: De Epperlein 100. De overeenkomst met de Hamilton 500 is opvallend: beide hebben twee contactveren, een spoel op de balans en dezelfde problemen met de contacten. Op de onderste foto een Paul Portinoux horloge met het Epperlein 100 uurwerk

Helmut Epperlein, de pionier

De ontwikkeling van het eerste Duitse elektrische polshorloge, de Epperlein 100, loopt parallel met die van de Amerikaanse Hamilton 500. In de buurt van Pforzheim, in Kaempfelbach-Ersingen werden rond 1953 de eerste prototypes vervaardigd door Uhrenwerk-Ersingen, afgekort UWERSI. De eigenaar was Helmut Epperlein, geboren in Chemnitz in 1911. De overeenkomst met de Hamilton 500 is frappant, beide hebben twee contactveren en de spoel op de balans, maar ook dezelfde problemen met de contacten. De ontwikkelingskosten waren dermate hoog dat Epperlein zich genoodzaakt zag vele patenten te verkopen aan Hamilton. Bij deze patenten die eigendom zijn van Hamilton staat de uitvinder vermeld: Helmut Epperlein of een van zijn medewerkers.
Ook was afgesproken dat Epperlein de patenten van Hamilton mocht gebruiken in de eigen horloges. Deze werden gebruikt om alsnog, pas in 1959, een elektrisch polshorloge op de markt te brengen: de Epperlein 100. Het succes van de Hamilton 500 en de Lip R27 was zo overweldigend dat de Epperlein 100 geen kans van slagen meer had. De productie werd na enkele jaren gestopt. Totaal werden slechts 5000 stuks vervaardigd, waarvan een gedeelte, wegens technische problemen, later weer vernietigd werd. Het is een zeer zeldzaam horloge.

PD1:lip r27 wp

PD1:lipr27electric5achterkant

PD1:lipr27electric6uurwerk

PD1:lipr27electric7los uurwerk

Afb.: Van de Lip R27 zijn in totaal maar 7.000 exemplaren verkocht. In tegenstelling tot de Hamilton 500 en de Epperlein 100 had de Lip R27 een spoel die bevestigd was op de platine. Op de balans zat een stukje weekijzer gemonteerd dat op het juiste moment kort aangetrokken werd door de bekrachtigde vaste spoel. Een pal op de balans bepaalde het tijdstip dat de veercontacten een stroomcircuit kortsloten en de spoel magnetisch werd. Dit was dus het omgekeerde principe van de Hamilton 500.

Concurrentie uit Frankrijk: Lip

Kort voor Kerstmis 1958 werd het caliber R27 van de firma Lip voor het eerst te koop aangeboden. Daarmee was dit horloge het eerste in zijn soort in Europa en het tweede in de wereld. Het Lip-horloge was moeilijk te repareren en behoorlijk duur. Er werden in totaal maar 7.000 exemplaren van verkocht. In tegenstelling tot de Hamilton 500 en de Epperlein 100 had de Lip R27 een spoel die bevestigd was op de platine. Op de balans zat een stukje weekijzer gemonteerd dat op het juiste moment kort aangetrokken werd door de bekrachtigde vaste spoel. Een pal op de balans bepaalde het tijdstip dat de veercontacten een stroomcircuit kortsloten en de spoel magnetisch werd. Dit was dus het omgekeerde principe van de Hamilton 500. In september 1962 kwam Lip met een sterk verbeterde versie op de markt: de Lip R 148. Een succesvol horloge dat in grote aantallen verkocht werd, zelfs aan het Amerikaanse bedrijf Elgin. De introductie van de R 148 had tot direct gevolg dat de productie van het eerste elektrische Zwitserse polshorloge, de Landeron L4750, die in 1961 op de markt kwam, weer snel werd gestaakt. Te duur, te laat begonnen met ontwikkeling en te laat op de markt.
Ook een door de Amerikaanse firma Elgin ontwikkeld, zeer klein caliber 722 en het iets grotere 725, lag pas in 1962 in de winkels en had geen succes. Elgin was in 1952 wel de eerste firma die een compleet elektrisch horloge patenteerde. De ontwikkeling had te lang geduurd, de introductie werd een ramp. Ook de geplande samenwerking met Lip liep op niets uit.

PD1:LipR148 adv

PD1:LipR148 wp

PD1:LipR148 uurwerk

Afb.: de Lip R 148

PD1:wittnauerelectrochronelectric1

PD1:wittnauerelectrochronelectric4

Afb.: een Wittnauer horloge met het Landeron L4750 uurwerk

PD1:Elgin 725 uurwerk

PD1:elgin725electric1 wp

PD1:elgin725electric3 achterkant

Afb.: de Elgin met het caliber 725

Laco

Zonder de calibers van Laco Pforzheim is de geschiedenis van de eerste elektrische horloges niet compleet. De Laco 860 en de daarvan afgeleide werken, waren de eerste betrouwbare en in grote aantallen verkochte elektrische horloges in Duitsland. De werking lijkt veel op die van de Hamilton 500, met de spoel op de balans. In 1959 werd Lacher & Co (Laco) overgenomen door het kapitaalkrachtige Timex-concern. In de beginperiode vindt men vaak beide namen door elkaar gebruikt.

Tekst Pieter Doensen

oktober 1st

17:22
Techniek

De Mini-Generator van Kinetron
Door: admin

Wanneer je de uurwerk-industrie in Nederland door de eeuwen heen kritisch bekijkt, kom je tot de conclusie dat er in dit land maar twee uitvindingen zijn gedaan die ver buiten onze grenzen opzien baarden: het slingeruurwerk van Christiaan Huygens en de mini-generator voor het automatisch kwartsuurwerk van Kinetron.

PD_JdE Samara artikel

Afb.: 1988 Jean d’Eve Samara

In 1656 construeerde Christiaan Huygens, na uitvoerige theoretische studies, het eerste slingeruurwerk. Deze revolutionaire uitvinding leidde tot een aanzienlijke verbetering van de tijdmeting, en wordt nu, ruim driehonderd jaar later, nog steeds op grote schaal toegepast. In de eeuwen daarna hebben duizenden uurwerkmakers de prachtigste klokken en horloges gebouwd, die stuk voor stuk een geweldig vakmanschap uitstralen, een genot zijn voor het oog en gewilde verzamelobjecten. Echter, een fundamentele stap in de ontwikkeling van het uurwerk werd in die tijd in Nederland niet gezet.

Samara

In 1988 kwam zowel in ons land als in Japan het automatisch kwartshorloge op de markt. In Japan had Seiko de Kinetic ontwikkeld en in Nederland had Kinetron in Tilburg een deel van het uurwerk geproduceerd voor het horloge ‘Samara’ van de Zwitserse firma Jean d’Eve. De Samara werd in april 1988 aan de pers gepresenteerd en lag in augustus in de winkels. Het is het verhaal van een bijzonder uurwerk van Nederlandse makelij.

PD_JdE samara gereedschap

Afb.: Jean d’Eve Samara

Chronometers

Vanaf 1858 was het Observatorium in Neuchatel de plek in de wereld waar de nauwkeurigheid van marinechronometers en van zak- en polshorloges werd getest. In uitgebreide proeven werd bekeken of een chronometercertificaat uitgereikt kon worden. Zo’n kwalificatie verhoogde de waarde van de klok of van het horloge aanzienlijk. Elk jaar werd een international concours gehouden om, in verschillende categorieën te bepalen wie het nauwkeurigste uurwerk had gefabriceerd. Het is duidelijk dat het overgrote deel van de prijzen door de Zwitsers in de wacht werd gesleept. In de jaren zestig kwam de ontwikkeling van de kwartsuurwerken op gang, die grotendeels buiten Zwitserland plaatsvond. Elektronica firma’s in Japan en de VS brachten horloges op de markt, die een nauwkeurigheid bereikten waar geen enkel mechanisch horloge aan kon tippen. Het gevolg was dat de Zwitsers schielijk stopten met hun wedstrijden. Ze hadden geen zin om alle prijzen aan buitenlandse elektronica firma’s toe te kennen.

Chemisch afval

De ontwikkeling van deze kwartshorloges bleek niet te stuiten. Nu worden ongeveer 1 miljard polshorloges per jaar geproduceerd, waarvan 95% op batterijen werkt. De berg chemisch afval die deze batterijen oplevert, wordt een steeds groter probleem. Aan de oplossing hiervan wordt in Nederland door Kinetron volop gewerkt. De firma Kinetron werd in 1984 opgericht door Mathieu en Bart Knapen die oorspronkelijk een horloge-reparatie atelier in Tilburg hadden. De eer van deze uitvinding komt in de juiste volgorde toe aan Mathieu Knapen van Kinetron, Paul Goemans van de TU Eindhoven en Wytse Hofman, een gepensioneerd magnetenspecialist van Philips. Mathieu kwam met het idee en droeg veel bij aan technische realisatie, Paul en Wytse waren de theoretici op de achtergrond. Zij ontwikkelden de eerste versie van de generator voor het automatisch kwartshorloge. De nauwkeurigheid van het kwartsuurwerk wordt hier gecombineerd met het principe van het automatische horloge. De rotatie-energie van een excentrische massa wordt omgezet in elektrische energie. Het hart van dit horloge, de generator, is puur Nederlands. Deze kleine fietsdynamo heeft een dikte van twee millimeter en een doorsnede van vier millimeter. Een ongehoorde prestatie. De rest van het uurwerk wordt in Zwitserland vervaardigd.

Werking

De excentrische massa roteert ten gevolge van de bewegingen van de pols. Hierdoor wordt het torsieveertje stap voor stap gespannen. Wanneer het veertje voldoende energie bevat, schiet de magnetische kleefkoppeling los en laat het veertje de permanent magnetische rotor met hoge snelheid in de stator ronddraaien. De rotor en stator vormen samen de twaalfpolige micro-generator. Het snelheidsverloop van de rotor is constant en onafhankelijk van de onregelmatige bewegingen van de pols. Zelfs kleine bewegingen worden omgezet in bruikbare energie. De opgewekte inductiestroom wordt door een diode gelijkgericht, laadt een supercondensator op, die op zijn beurt weer de energie levert om het kwartsuurwerk met stappenmotor aan te drijven. In de latere modellen is de diode vervangen door FET-schakeling die voor een actieve gelijkrichting zorgt. Bovendien wordt nu een groter veertje gebruikt, dat in een aparte trommel opgeborgen is. Het automatische kwartshorloge van Seiko, de Kinetic, heeft deze tussenschakel niet. De versnelling wordt daar bereikt door een aantal tandwielen te koppelen. Deze geven echter een aanzienlijk energieverlies. De opgewekte spanning is dan te laag en er is een ingewikkelde elektronische schakeling nodig om de spanning op te voeren. Omdat Seiko geen meerpolige rotor gebruikt, heeft de statorspoel vier maal zo veel wikkelingen nodig. Dit heeft tot gevolg dat deze generator een vijf tot zeven maal groter volume heeft.

Overcapaciteit

Wanneer het horloge dagelijks wordt gedragen, is de stroomproductie veel te hoog. De overtollige stroom wordt dan via een led (light emitting diode) afgevoerd naar aarde. Een led heeft de eigenschap dat hij pas stroom doorlaat boven een bepaalde spanning. De spanning over een condensator wordt groter als de opgeslagen lading groter wordt. Bij een condensatorspanning hoger dan 1,5 V gaat de diode net zolang geleiden totdat de spanning weer tot 1,5 V gedaald is. Dit verschijnsel is waar te nemen wanneer je een dergelijk uurwerk, in opgeladen toestand, in het donker met de hand ronddraait. Dan zie je korte rode lichtflitsjes telkens als de diode een stroomstoot doorlaat. Bij niet voldoende dragen van het horloge kan de condensator leeg raken. Het is dan mogelijk hem weer op te laden door het horloge enige tijd heen en weer te bewegen of door hem op te laden met behulp van de bijgeleverde ‘Energiser’, die een batterij bevat. Bij de nieuwere modellen kan de condensator opgeladen worden door de kroon en daarmee de rotor, enkele malen rond te draaien.

Verdere ontwikkeling

De ontwikkeling heeft niet stil gestaan bij Kinetron. De firma levert nu de mini-generator voor het automatisch kwartsuurwerk aan verschillende Zwitserse bedrijven. Tissot is al op de markt met de Autoquartz, Omega komt binnenkort in de Seamaster-serie met de matic en met Swatch wordt nog overleg gevoerd. Het platste uurwerk dat nu in productie is, heeft slechts een dikte van 2 mm en kan daardoor in nagenoeg alle polshorloges gemonteerd worden. Een ongehoord knappe prestatie van een Nederlands bedrijf dat aan Zwitserland levert.

tekst Pieter Doensen

september 28th

11:09
Techniek

Voltaire: hoofdrol in de ‘watchmakers’ war’
Door: admin

Wie denkt aan moeilijke tijden voor de Zwitserse horloge industrie zal zich zeer waarschijnlijk de roerige jaren 80 van de vorige eeuw voor de geest halen. Japanse merken als Casio, Citizen en Seiko overspoelden de horlogemarkt met hun digitale horloges. Deze waren veel accurater dan de mechanische uurwerken uit Zwitserland, hadden allerlei nieuwe functies (bv een rekenmachine) en waren veel goedkoper.
Het is aan de briljante uitvinding van het Swatch horloge te danken dat de Zwitserse horloge industrie toen het hoofd boven water heeft kunnen houden. Na dit diepe dal hebben de mechanische uurwerken gestaag hun weg naar boven weer hervonden en, ondanks de huidige crisis, is de omzet van luxueuze horloges in 2012 met dubbele cijfers gestegen.

Vol:straatnaam

Echter, eind 18e eeuw heeft zich een ware oorlog, de ‘watchmakers’war’, afgespeeld tussen de horlogemakers in Genève en het horloge imperium van de Franse filosoof Voltaire (1694-1778) op zijn domein in Ferney in Frankrijk.

Vol:portret

De bloeiende horloge industrie in Genève in de 17e en 18e eeuw was gebaseerd op een stevige commerciële organisatie in de stad en daarnaast de ‘marchands etablisseurs’ die rondreisden om onderdelen te kopen en horloges in elkaar te zetten.
Op papier zag dit er prachtig uit maar in de praktijk was er sprake van vele misstanden, sociaal, economisch, politiek, en dit zorgde ervoor dat nogal wat horlogemakers emigreerden naar meer gastvrije oorden. Dit alles was het gevolg van de strikte regels van de ‘Corporation des horlogers genevois’ die het alleenrecht hadden voor de werkgelegenheid.
Uiteindelijk schoot de Geneefse horloge industrie zichzelf hiermee in de voet. Getalenteerde horlogemakers vertrokken naar andere steden en landen en begonnen van hieruit hun invloed uit te oefenen. Ze vestigden zich langs het Meer van Genève, in de valleien van de Jura, Vaud en Neuchatel en de Erguel regio van het Kanton Bern. Een nog grotere dreiging voor Genève waren de concurrerende centra voor de horlogeproductie in Moskou, Montbeliard en Pforzheim.

Voltaire was naar Genève gekomen in de voetsporen van de bekende Dr. Theodore Tronchin (1709-1781) en woonde van 1755 tot 1760 in de stad in zijn huis ‘Les Delices’. Voltaire bouwde een goede band op met de ‘cabinotiers’, de onafhankelijke horlogemakers die, net als hij, erg geïnteresseerd waren in de zaken die speelden en het debatteren hierover.
Voltaire nam actief deel aan het conflict dat in Genève speelde tussen de burgers en de ‘natifs’, een benadeelde groep mensen die van origine echte Geneefse inwoners waren. Voltaire moedigde hen aan om in opstand te komen en ontving ook hun leiders. Als gevolg hiervan bekoelde de relatie tussen Voltaire en Genève en in 1758 kocht Voltaire een landgoed in Ferney (F). Toen hij daar eenmaal volledig naar toe verhuisd was bood hij onderdak aan de Geneefse ‘natifs’ en legde hij boom- en wijngaarden aan op het braak liggende land. Voltaire ontwikkelde zich steeds meer als een industrieel met investeringen in een leerlooierij, een tegeloven, een pottenbakkerij en fabrieken die zijden kousen, kant en keramiek produceerden.

Vol:chateau1
Vol:landgoed
Vol:bijeenkomst '72-'73

Afb.: het landgoed van Voltaire in Ferney in de 18e eeuw

In 1766 weigerde de Republiek Genève een door Frankrijk en de grote Zwitserse Kantons voorgestelde mediatie voor al haar interne conflicten. De Franse minister Choiseul zette toen zijn economische oorlog tegen de Republiek, aan het hof van Versailles bekend als de ‘watchmakers’ war’, voort tot 1769.
Gedurende het jaar 1770 gaf een verordening in Genève de ‘natifs’ twee keuzes: of een eed van loyaliteit afleggen en blijven in de stad of vertrekken. Daarnaast zette de stad oproerkraaiers er zonder pardon uit. Onder hen waren de horlogemakers Edouard Luya, Louis Philippe Pouzait, Pierre Rival en Guillaume Henri Valentin.
Choiseul had getracht om in Versoix een nieuwe horlogefabriek op te starten maar in december 1770 was hij definitief uit de gratie gevallen en de aanzienlijke aantallen horlogemakers die niet waren teruggekeerd naar Genève gingen hun heil zoeken bij Voltaire in Ferney.
Door deze ontwikkelingen was voor Voltaire de aanval geopend op de ‘Fabrique’ en de exodus van protestantse horlogemakers naar het katholieke Gex district werd door hem dan ook welkom ontvangen.
Ferney-Voltaire ontwikkelde zich snel van een paar huizen naar 20 erbij en uiteindelijk ongeveer 100. De ‘cabinotiers’ gingen aan de slag in een oude schuur waarin werkbanken waren geplaatst en de fabriek stond onder leiding van de horlogemakers Pierre Dufour en Louis Ceret.

De hoogtijdagen van de Ferney “royal” (deze titel heeft ze nooit officieel gekregen) horlogefabriek waren in de periode van 1770 tot 1778. Uit verschillende brieven blijkt dat tussen ’70 en ’76 het aantal werkenden gegroeid was van 40 naar 1.200.
De eerste horloges waren klaar in april 1770 en op de negende van deze maand schreef Voltaire aan Fr. de Caire dat “ze nog maar net bezig reeds voldoende horloges hadden om in een kleine kist naar Spanje te sturen. Dit is het begin van een zeer grote onderneming”. Er werden horloges gestuurd naar de Hertog en Hertogin van Choiseul, de beschermheren van Voltaire, en naar de Koning. In ’70, ’71 en ’73 werden er ook horloges aangeboden aan het hof van Versailles voor koninklijke huwelijken maar de meeste van deze zendingen werden niet betaald.

De horlogemakers werkten eveneens in vijf andere fabrieken, onder leiding van partnerschappen: Pierre Dufour en zijn zwager Louis Céret, Louis Servant en Antoine Boursault, Guillaume Henri Valentin en Antoine Dalleizette, Panrier en Mauzié, en Georges Auzière en zijn broer, voor horlogekasten. Hoewel geen van de horloges de signatuur van Voltaire droeg, hadden ze allemaal de naam Fernex, Ferney, Fernaix of Ferney Voltaire in Europa.

Vol:watch GA
Vol:watch GA1

Afb.: een horloge gemaakt door Georges Auziere (1713-1799) in de 80er jaren van de 18e eeuw; het had een Ferney Voltaire uurwerk gesigneerd Mestral

Voltaire bood de horlogemakers rentevrije leningen aan en voorzag ze van grondstoffen, met name goud. Op deze wijze functioneerde hij als ‘etablisseur’ volgens het Geneefse model en investeerde zijn grote fortuin in de onderneming. Belangrijk onderdeel van zijn strijd tegen de ‘Fabrique’ was dat hij met de Franse Post overeengekomen was dat de verzendingen van Ferney horloges gratis waren.

Een voorbeeld van de marketing inspanningen van Voltaire is de volgende brief van 20 december 1771 gericht aan de Graaf van Aranda, een Spaanse minister: “Should you wish to adorn the finger of a distinguished Spanish lady with a ring watch showing the seconds and repeating the quarters and half hours on a carillon, all decorated with diamonds, such a watch is only made in my village, and we are at your disposal. It is not vanity that makes me say this, since it was pure chance that brought me the only artist [waarschijnlijk horlogemaker Jean François Auzière de jongere] who makes these little marvels – marvels that are not likely to disappoint you”.

De beroemde horlogemaker Jean-Antoine Lepine heeft tot 1774 voor Voltaire gewerkt en daarna is hij naar Parijs gegaan om op de Place Dauphine zijn eigen winkel te openen. Het Lepine kaliber, rond 1775 ontwikkeld, werd in Ferney gebruikt.

Het grootste probleem voor de onderneming van Voltaire waren de verkopen. In Spanje en Turkije had Genève nog steeds een stevige positie. Hij benaderde Catherina II uit Rusland om hem te helpen de Chinese markt te veroveren en de Tsarina werd Voltaire’s beste klant.
Voltaire maakte maximaal gebruik van zijn netwerk en zo schreef hij de volgende circulaire naar de Franse ambassadeurs (5-6-’70):
“Sir, I have the honour of informing Your Excellency that Geneva’s burghers having unfortunately assassinated some of their fellow countrymen, several families of good watchmakers have taken refuge on a small estate I own in the Gex region, his Grace the Duke of Choiseul having placed them under the King’s protection. I have had the good fortune to enable them to practice their talents. These are Geneva’s best artists. They do work of all kinds and at a more moderate price than any other factory. They can very quickly do any enamel portrait for a watch case…”.

Voltaire prees zijn horloges aan als zijnde minstens zo goed als deze uit Londen, Parijs of Genève en bovendien kostten zijn horloges 1/3 van deze uit Parijs. Maar de klanten van Voltaire waren slechte betalers.
De catalogus bevatte een groot aantal types horloges dat te koop was: goud (18k vergeleken met 20k in Parijs), geëmailleerde horloges, edelstenen, uurwerken met een secondewijzer, cilinder echappementen, zilver (minder karaat dan de concurrentie) en decoraties met imitatie stenen en Marcasiet. De geëmailleerde stukken focusten op landschappen en portretten.
De kwaliteit van de uurwerken varieerden. Uit een anonieme brief uit 1773 bleek dat de werkplaatsen in Ferney ongeveer 4.000 horloges per jaar produceerden (ongeveer 400 horlogemakers). Genève’s ‘Fabrique’ daarentegen maakte met 5.000 horlogemakers 33.000 horloges per jaar.

In 1775 kreeg de horloge imperium in Ferney het lastig door moeizame onderhandelingen over het verkrijgen van grondstoffen en allerlei belastingzaken. In 1776 vond er een leegloop van horlogemakers plaats omdat de omstandigheden in Genève sterk verbeterd waren. Tegelijkertijd verloor Voltaire zijn interesse in de horlogehandel. In februari 1778 verhuisde hij met hoge verwachtingen naar Parijs maar in mei van dit jaar kwam hij te overlijden.
Na zijn overlijden zijn er nog wel pogingen geweest om Ferney weer in zijn oude glorie te herstellen. Historisch interessant is dat de wereldberoemde horlogemaker Abraham Louis Breguet in 1793 gevraagd werd om de fabriek weer uit het slop te trekken. Echt gelukt is dit echter nooit meer.

Vol:220px-Voltaire_statue,_Ferney
Vol:270px-Ferney-Voltaire_3790
Vol:chateau nuVol:kaart

Afb.: het huidige Ferney-Voltaire

Jaap Bakker

september 24th

18:50
Personen

Rolex Prince: het dokter’s horloge
Door: admin

RoPr:adv1

In 1928 introduceerde Rolex de Prince die al snel het dokter’s horloge werd genoemd. Dit omdat de Prince een grote, separate wijzerplaat voor de secondewijzer had zodat de arts met gemak de polsslag van de patiënt kon vaststellen.

RoPr:5 versies

Net zoals de bubblebacks uit die tijd was de Rolex Prince beschikbaar in meerdere versies, staal, goud (9k, 14k, 18k), zilver, goud en zilver, ‘tiger’ banden etc.
In de 30er jaren is de prijs van een Prince vergelijkbaar met deze van een auto. Dat Rolex uitblonk in het hebben van van een krachtig merk blijkt uit het volgende gegeven.
Het Gruen dokter’s horloge en de Rolex Prince hadden beide hetzelfde uurwerk. Het eerste horloge werd gemaakt voor de Amerikaanse markt en de Rolex voor de rest van de wereld. Ze werden niet verkocht als concurrenten. Echter, de prijs van de Gruen bedroeg slechts 30% van die van de Rolex.

De Rolex Prince wordt in de horlogegeschiedenis beschouwt als een van de meest baanbrekende horloges. Na de introductie in 1928 zette hij direct een nieuwe standaard op het gebied van accuraatheid en gebruiksvriendelijkheid voor luxueuze horloges. De Prince had een stijlvolle rechthoekige kast met twee makkelijk af te lezen wijzerplaten. Uren en minuten werden afgelezen op de grotere, bovenste wijzerplaat, de seconden op de kleinere, onderste.

Bij de introductie was de Prince te koop in twee kaststijlen, de een meer rechthoekig (Classic) en de ander was een veel ronder ontwerp (Brancard). De gebruikte materialen voor de Prince waren geelgoud, sterling zilver, platina en tweetonige combinaties (staal werd later beschikbaar). De Brancard werd aangeduid als model 971 en de Classic als model 1343.
Reeds snel na het verschijnen van de Prince werd het manuele uurwerk vervangen door een automatische versie.

RoPr:1930-Rolex-Ad Kerstmis
RoPr:1938-French-Roled-Ad
RoPr:rolex prince brancard werbung houten lijst

In 1935 werd de ‘Railway Prince’ op de markt gebracht. Het model was vormgegeven naar de vormen van een locomotief en werd aangeduid als model 1527.
Het volgende model, de ‘Jumping Hours’, dat werd uitgebracht was echt vernieuwend in zijn ontwerp. Op de bovenste wijzerplaat bevond zich nu alleen de minuten wijzer en de uren werden weergegeven met cijfers (1-12) door een opening in de wijzerplaat op de ’12’ positie. Uiteindelijk heeft deze versie gediend als inspiratie voor de Rolex Datejust die jaren later verscheen.
Een van de laatste modellen uit de Rolex Prince serie was de ‘Super Precision Aerodynamic’. Dit horloge had een grote wijzerplaat met daarop de uren, minuten en seconden wijzers. Ergens gedurende de jaren 40 kwam er een einde aan de productie van de Rolex Prince en werd deze vervangen door meer ronde en sportievere modellen.

Tijdens zijn bestaan zijn er meerdere ‘special editions’ van de Rolex Prince uitgebracht.
Zo was er de ‘Sporting Prince’, een zakhorloge dat ontworpen was om gebruikt te worden bij atletische activiteiten. Het uurwerk bevond zich in een kast die een veer mechanisme activeerde waarbij de wijzerplaat zichtbaar werd voor de drager door uit de kast te klappen.
De ‘Quarter Century Club’ was een Prince die op speciale bestelling was gemaakt voor een groot Canadees warenhuis. Zij gaven deze Prince aan medewerkers die meer dan 25 jaar bij hen gewerkt hadden, vandaar de naam. Deze horloges hadden de woorden ‘1/4 Century Club’ staan op de rand van de uren en minuten wijzerplaat in plaats van de normale cijfers.

RoPr:qcc:wp
RoPr:qcc:achterkant

Afb.: 1945 ‘Quarter Century Club’

RoPr:1929 wit:geel goud

Afb.: 1929 wit/geel goud

RoPr:asymmetrisch 1930

Afb.: 1930 asymmetrisch

RoPr:jumping hour 1930s
RoPr:jumping hour gold
RoPr:jumping hour kaliber+kast
RoPr:jumping hour steel
RoPr:jumping hour steel+gold

Afb.: verschillende versies van de ‘Jumping Hour’

RoPr:aerodynamic 1940s kaliber

Afb.: aerodynamic 1940s kaliber

RoPr:goud 1936

Afb.: 1936 goud

RoPr:steel 1930

Afb.: 1930 staal

RoPr:Rolex-Prince-pocketwatch-at-Fourtane

Afb.: Prince zakhorloge

Uiteindelijk heeft Rolex de Prince wel weer in haar assortiment opgenomen en is hij in 2013 te verkrijgen (Rolex Prince).

Jaap Bakker

september 20th

16:23
Modellen

De Audemars Piguet Royal Oak: briljant ontwerp van Gerald Genta
Door: admin

We schrijven 1972. De wereld lijkt volledig uit elkaar te vallen. Twee jaar eerder bliezen Jimi Hendrix en Janis Joplin hun laatste adem uit. Met de nodige ironie merkt Jean-Luc Godard “Tout va bien” op. De USA is nog steeds verwikkeld in de Vietnamoorlog en Europa verhard en verduisterd. Noord-Ierland heeft zijn Bloody Sunday en de Olympische Spelen in München eindigen in een Zwarte September. Filmregisseur Michel Audiard zegt “We praten niet langer, we schieten”. De wereld lijkt gevangen te zijn in haat en bloedvergieten zonder duidelijke lichtpunten.

Gelukkig ging men in Zwitserland in alle rust verder met het ontwikkelen en fabriceren van horloges.
Begin jaren 70 van de vorige eeuw had de Zwitserse horloge industrie moeite om het hoofd boven water te houden. De belangrijkste reden hiervoor was de invasie van Japanse quartz horloges, deze periode wordt dan ook wel de ‘quartz crisis’ genoemd. Fabrikanten zaten met hun handen in het haar hoe ze de dramatische terugval in de verkoop ten gunste konden keren.

Horlogefabrikant Audemars Piguet (AP) moest met iets baanbrekend op de proppen komen om niet definitief ten onder te gaan. In die tijd was goud het materiaal om een horloge van te maken maar AP had signalen van de Italiaanse markt opgevangen dat er vraag zou zijn naar stalen horloges. Het nieuwe model moest iets helemaal nieuws zijn, sportief maar tegelijkertijd elegant.

AP had direct een man op het oog die de klus zou kunnen klaren. De ontwerper in kwestie, in 1931 in Geneve geboren als zoon van een Zwitserse moeder en een Italiaanse vader, was op dat moment een van de beroemdste horloge ontwerpers. Met succes had hij ontwerpen gemaakt voor Universal Genève (Polerouter Microtors, White Shadow, Golden Shadow), Omega (Constellation) en Patek Philippe (Golden Ellipse).
Zijn naam was Gerald Genta.

Vlak voor de Basel Fair in 1971 belde Georges Golay, managing director van AP, Genta op om vier uur ‘s middags met de boodschap dat hij de volgende ochtend het ontwerp moest hebben van het stalen horloge waar de Italiaanse markt op zat te wachten. Uniek, sportief, geschikt voor alle omstandigheden en met de mooiste afwerking ooit gezien.
De volgende ochtend had Genta het ontwerp op papier staan dat de Royal Oak van AP zou worden. Later vertelde Genta dat hij de Royal Oak beschouwde als het meesterstuk van zijn carrière.

AP:original-royal-oak-sketch

Over Genta’s inspiratie voor de vorm van de kast bestaat enige onduidelijkheid.
Het meest waarschijnlijk is dat hij zich heeft laten inspireren door de vorm van de geschutspoorten van een schip van de Britse Royal Navy, de HMS Royal Oak. Echter, andere bronnen beweren dat zijn inspiratie kwam van een traditionele duikershelm.
Het ontwerp werd gekenmerkt door een octogonale lunette die vastgemaakt was met 8 zichtbare hexagonale gouden schroeven, door een zichtbare water resistente afdichting en met een wijzerplaat die versierd was met het exclusieve blauwe ‘petit tapisserie’ motief. De kast was slechts 7 mm dik maar de diameter was voor die tijd met 39 mm vrij groot. Het horloge werd gecompleteerd door een geïntegreerde en zeer moeilijk te fabriceren band van stainless steel.

AP:RoyalOak5402

AP:RO5402 3:4

Eigenaardig genoeg werden de eerste prototypes gemaakt van witgoud omdat bleek dat het erg duur en gecompliceerd was om het horloge in de exacte specificaties van Genta in staal te maken.

Het uurwerk van keuze was het kaliber 2121 met automatische opwinding wat als basis het kaliber 920 van Jaeger-LeCoultre had. Dit kaliber van JLC werd later ook gebruikt door Patek Philippe in de Nautilus, eveneens ontworpen door Genta in 1976.

Gezien de inspiratie door de duikershelm, Genta’s woorden, moest de naam van het horloge nautisch gerelateerd zijn. AP koos voor Royal Oak, afkomstig van een vloot van de Britse Royal Navy bestaande uit 8 schepen (de lunette is octogonaal).
Er zit een stukje geschiedenis vast aan het gegeven dat de Britten een van hun boten HMS Royal Oak hebben genoemd. De toekomstige koning van Engeland, Charles II, was in september 1651, na de Slag van Worcester, op de vlucht voor de troepen van de beruchte Oliver Cromwell. Een dag lang verschool hij zich tussen de takken van een forse eik. Na zijn ontsnapping zag hij in deze boom een symbool van bescherming en kracht, het begin van de restauratie van de Engelse monarchie. De schuilplaats werd de Royal Oak gedoopt en de Britse marine bracht er later hulde aan.

Erg interessant om te zien zijn de papieren die Genta heeft ingediend voor de aanvraag van U.S. Patent 3.756.017:

AP:Roayl Oak Patent 1

AP:Roayl Oak Patent 2

AP:Roayl Oak Patent 3

AP:Roayl Oak Patent 4

In 1972 werd de Royal Oak geïntroduceerd op de Basel Fair. Dit nog nooit eerder vertoonde horloge werd aangeboden voor 3300 Zwitserse Franken wat betekende dat het duurder was dan een gouden dress watch van Patek Philippe en meer dan 10 maal zoveel kostte als een Rolex Submariner.
Het gemaakte statement getuigde van lef: ‘haute horlogerie’ werd niet langer bepaald door terug te vallen op kostbare metalen maar andere factoren zouden de waarde gaan bepalen: ontwerp, de precisie van de uitvoering en de kwaliteit van het gebruikte kaliber.

De start van de Royal Oak ging vooral gepaard met veel kritiek. Onsamenhangend ontwerp, zichtbare afdichting en schroeven, een geïntegreerde band en de exorbitante prijs.
Echter, het duurde niet lang voordat de Royal Oak een grote vlucht nam. Verzamelaars en trendsetters vielen bij bosjes voor het in alle opzichten unieke horloge en de Royal Oak werd een enorm succes voor AP. De Royal Oak werd het symbool van de fabrikant uit Le Brassus in Zwitserland.

AP RoyalOak Advertisement 1

AP RoyalOak Advertisement 2

AP RoyalOak Advertisement 4

AP fabriceerde een eerste serie van de Royal Oak van 1000 stuks die bij de verzamelaars bekendstaat als de A-series. Het kostte AP meer dan een jaar om de eerste duizend horloges te verkopen maar daarna ging het hard. Na de eerste A-series bleef AP de A serienummers gebruiken voor de volgende 1000 maar daarna gingen ze over op B en C nummers.
Bij verzamelaars is de eerste A series Royal Oak het meest geliefd en gezocht. Deze versie is makkelijk herkenbaar omdat de AP initialen bij dit horloge op ‘6’ staan en niet bij ’12’ zoals in de latere series.

Het volgende overzicht geeft de ontwikkeling weer van de Royal Oak vanaf de introductie in 1972:

-1972: introductie Royal Oak met kaliber 2121
-1980: Royal Oak Quartz met kaliber 2502
-1981: Royal Oak Perpetual Calender met kaliber 2120/2800
-1984: Royal Oak Day/Date Moonphase
-1986: Royal Oak Quantieme Perpetuel met kaliber 2120/2800
-1993: Royal Oak Offshore Chronograph
-1996: Royal Oak Offshore Lady met kaliber 2140
-1997: Royal Oak Tourbillon
-1998: Royal Oak Chronographe met kaliber 2385
-2002: Royal Oak Concept (kast gemaakt van alacriet)
-2008: Royal Oak Concept Carbone met kaliber 2895 (manuele opwinding)
-2010: Royal Oak Equation of Time
-2012: Royal Oak Tourbillon (extra dun)
-2012: Royal Oak 40th Anniversary Jumbo

AP:RO pert.cal.1981

AP:RO moonph.1984

AP:RO offsh.chron.1993

AP:RO Concept 2002

AP:RO equation of time 2010

AP:RO Jumbo 2012

AP:RO 5402-15202

Jaap Bakker

augustus 31st

18:03
Modellen

Casio G-Shock: een niet-Zwitsers icoon
Door: admin

CGS:DW-5000C-1A

De G-SHOCK begon ooit als de droom van een jonge technicus die een horloge wilde maken dat zelfs niet kapot zou gaan na een valpartij. Dit was allemaal in een tijd dat horloges nog werden gezien als kwetsbare instrumenten.

De bewuste technicus, Kikuo Ibe, was destijds hoofd horlogeontwerp bij CASIO. In 1981 werd een speciaal team met slechts drie leden samengesteld om de droom van Ibe werkelijkheid te maken. Aanvankelijk streefde het team het zogenaamde ‘Triple 10’-concept na: bestendigheid tegen een valhoogte van 10 meter, bestendigheid tegen een waterdruk van 10 bar en een batterij die 10 jaar meegaat.

Het bleek een bijna onmogelijke missie te zijn. Zowel fysiek als mentaal uitgeput van het maandenlange harde werk begon het team te vrezen dat ze met het project een doodlopende weg waren ingeslagen.

Precies op dat dode punt werd Ibe’s aandacht getrokken door spelende kinderen in een park. Hij realiseerde zich dat wat voor kracht er ook wordt uitgeoefend op een rubberen bal, deze nooit doordringt tot het binnenste van de bal. Dankzij deze observatie begon het team aan de ontwikkeling van een horloge met een holle structuur waarin de module enige bewegingsvrijheid heeft.

Na meer dan 200 prototypes had het team het eindelijk voor elkaar: een schokbestendige structuur. Zo’n twee jaar nadat het team met het project was gestart, kwam de eerste G-SHOCK, de DW5000, in 1983 op markt. Sinds dat moment heeft de G-SHOCK allerlei ontwikkelingen doorgemaakt, maar de basisstructuur is nooit veranderd.
In de eerste jaren bracht Casio een paar nieuwe modellen per jaar op de markt en in 1991 werd de Baby-G geïntroduceerd. Tijdens de jaren 90 nam de populariteit van de G-Shocks enorm toe. In 1998 waren er 19 miljoen exemplaren van dit horloge verkocht en de vraag naar de G-Shock leek dat jaar op zijn hoogtepunt, er werden meer dan 200 nieuwe modellen op de markt gebracht.

G-Shock Milestones

Year Features Model
1983 World’s first shock-resistant wristwatch DW-5000C-1A
1985 Square-shaped face with dust/dirt-proof construction DW-5500C-1
1987 Best-selling model and successor to the square-shaped DW-5000 DW-5600C-1
1987 Circular-shaped model DW-5700C-1V
1989 Adopted a combination of analog and digital display AW-500-1E
1990 First hit model in Japan, employing a new face design DW-5900C-1 / DW-6000GJ-1
1993 First Frogman diving model, water resistant to a depth of 200 meters DW-6300-1A
1994 Equipped with EL backlight DW-6600
1994 First model supporting environmental protection “Dolphin & Whale Eco-Research Network” Model
1994 Shock-resistant wristwatch for women (first Baby-G model) DW-520
1996 Pair of G-SHOCK and Baby-G watches (his and hers) Lover’s Collection
1996 Full-metal casing with shock-resistant construction MRG-100
1998 Tough Solar G-SHOCK with solar-powered mechanism DW-9300
2000 Wave Ceptor watch with radio-controlled timekeeping GW-100
2002 Solar-powered radio-controlled watch GW-300
2005 5-motor chronograph module with multiple functions GS-1000

This line of watches has expanded considerably since then and now includes atomic clock synchronization and Tough Solar functionality in the latest models. The Cockpit Series G-Shock is the official timekeeper of Nismo Racing. Many newer G-Shocks feature metal (steel or titanium) banding and ornate analogue timekeeping.
Twice a year (Spring/Summer and Fall/Winter collection) the basic models are updated. New limited models are introduced more frequently through the year. As with Swatch watches, G-Shocks have become collectors items. Arguably, the most sought after line is the Frogman. Limited edition Frogmans such as the Brazilian, Men in Yellow, Black Helios and Black Spots are some of the most desirable Frogmans.

CGS:Casio_G-SHOCK_FROGMAN_GWF-1000BP-1JF_01a

Casio also produces collaboration models, often with popular fashion brands, like A Bathing Ape (Bape), Stussy, Xlarge, KIKS TYO, Nano Universe, Levi’s, Lifted Research Group, as well as Coca Cola, Pulp68 Skateshop, Lucky Strike and Marlboro.
G-Shock is popular with mountaineers, firemen, paramedics, police officers, astronauts, film directors (Tony Scott was often pictured wearing a GW-3000B, as is Ron Howard and Francis Ford Coppola) and soldiers. Ex-Special Forces soldier Andy McNab mentions in several of his novels how his fictional character Nick Stone relies on a G-Shock watch. According to Mark Bowden’s book Blackhawk Down, the DELTA Operators wore G-Shock watches during the combat events of 3rd & 4th October 1993. Since then, G-Shocks watches have become very popular with Special Forces groups in both American and other NATO nation units, due to their being “battle tested”.
Models DW-5600C, DW-5600E, DW-5900, DW-6600, DW-6900 are flight-qualified for NASA space travel.
In 2012, Casio released GB-6900, a Bluetooth-capable model of G-Shock. As of June 2012, it was only available in Japan. Casio claimed the battery life of 2 years on a single CR2032 battery.

CGS:CASIO_G-SHOCK_GS-1300B-1AJF_01

CGS:Astronaut_Thomas_Reiter_ISS014-E-09097_(December_2006)_---_European_Space_Agency_(ESA)

Afb.: Astronaut Thomas Reiter during Expedition 14 wearing G-Shock 5900 on the International Space Station

De Casio G-Shock is een van mijn favoriete horloges. Je kan letterlijk alles doen met het horloge om je pols zonder dat je ooit bang hoeft te zijn dat je over de grens gaat van wat de G-Shock hebben kan. De aantrekkelijkheid zit hem ook in het feit dat hij in volledig contrast staat met je prachtige Rolex of Jaeger-LeCoultre. En daarbij zijn de prijzen vriendelijk wat het bereikbaarder maakt om ze te verzamelen.
In mijn ogen zou iedere horlogeverzamelaar een G-Shock in zijn collectie moeten hebben. De enig overgebleven vraag is of de Zwitsers ooit nog gaan komen met een horloge dat serieus de strijd aan kan gaan met de Casio G-Shock.

Jaap Bakker

augustus 29th

17:25
Modellen

Tom’s einde
Door: admin

Tom werd al voor zessen wakker. Hij had sowieso weinig slaap nodig, bij de Navy Seals had hij geleerd met 20 minuten slaap alert te kunnen handelen, maar vandaag was een bijzondere dag. Over exact zes uur ging hij afdalen naar het diepste punt op aarde, de Marianna Trog in de buurt van Guam. Hij had de Rolex al om die hem op zijn wonderbaarlijke avontuur ging vergezellen; het horloge werd hiervoor bevestigd aan een van de hydraulische armen van de ‘Big Blue Whale’, het vaartuig waarmee hij uiteindelijk op ruim tien kilometer diepte zou landen in een tabakskleurige prut met exotische al dan niet levende objecten.
De zee ging flink te keer. Tom schatte een windkracht 8 en het moederschip deinde loom maar uitgesproken op en neer.
Een ontbijt met eieren met spek, sinaasappelsap en volle melk moest voldoende zijn om pas tegen borreltijd weer trek te krijgen, tegen die tijd moest Tom wel weer terug zijn en was een borrel wel verdiend. Iedereen aan boord wist dat ze Tom nog een halfuur met rust moesten laten. Verdiept in ‘The old man and the sea’ van Ernest Hemingway dronk hij sterke, zwarte koffie en permitteerde hij zich twee Luckies.
Vanaf nu tot het moment dat de ‘Big Blue Whale’ te water ging verliepen de voorbereidingen met militaire precisie. De zeekaarten kwamen op tafel, de laatste radargegevens over het weer en continue monotering van de stromingen onder de zeespiegel. De laatste fase was het driedubbel checken van iedere schakelaar, ieder elektronisch circuit, iedere afdichting en de twee hydraulische armen van de ‘Big Blue Whale’. Om half twaalf was alles goed bevonden en nam Tom plaats in het vaartuig. De glazen koepel ging dicht en hij stond er alleen voor.
Tom was zijn leven lang gewend om rationeel en to the point denken. Dat deed hij vroeger al en bij de Seals was het van levensbelang. Op 300 meter gleed Tom in gedachten terug naar zijn jeugd. Als achtjarige had hij een keer zijn linkerarm gebroken na een sprong in een kuil die dieper was dan hij had ingeschat. Hoe trots was hij wel niet geweest toen hij de volgende dag het gips had kunnen laten zien aan zijn vriendjes en vriendinnetjes; iedereen wilde zijn naam er op zetten.
Kamperen met pa. Niet op zo’n laffe camping met klapstoelen, bierkratjes en voorbij schokkende mensen met een pleerol, nee, echt in the middle of fucking nowhere. Vissen op forellen en vallen zetten om ‘s avonds wat te eten te hebben. Je rugzak aan een boom hangen omdat ie anders leeg geroofd werd door allerlei ongedierte. Al had hij de meeste dingen die pa bij het kampvuur vertelde, zeker als de drank in de man zat en het over steeds complexere zaken van het leven ging, niet zo goed kunnen volgen toch maakte het diepe indruk op hem.
Tom was trots op zijn eigen zoon. Zijn zoon was echt begaafd, dat werd door iedereen gezegd en kwam dus niet voort uit ouder deformatie, maar hij ging er zo verdomd knap mee om. Natuurlijk was hij zich van het gegeven bewust maar hij had een zelfverzekerdheid zonder enige aanmatiging. Het was gewoon een toffe peer.
Tom had het achterhoofd vast van een knul van 19 of 20. De jongen beefde van angst en in zijn ogen was de situatie nog erger. Mogadishu drie jaar geleden, een Seal missie om een van de belangrijkste warlords te neutraliseren. De knul was geraakt in de nek en uit de linker carotis pulseerde met een steeds lagere frequentie donkerrood bloed. Het enige dat Tom kon doen was de jongen geruststellen maar hij moest zoeken naar woorden waarmee.
Op 9000 meter hoorde Tom een oorverdovende knal. Met enige moeite kon hij links en rechts van hem kijken en hij zag dat er verschillende scheuren in de glazen koepel zaten. De scheuren breidden zich snel uit.
Tom had zijn zoon beloofd hem de Rolex te geven na deze missie. Tom bedacht zich nog net hoe vreselijk hij het vond dat dit nooit meer zou gebeuren. Godzijdank was de implosie in een oogwenk voorbij.

Jaap Bakker

augustus 28th

18:34
Fictie